Vragen van het lid Keijzer (CDA) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het faillissement van De Pier op Scheveningen (ingezonden 14 januari 2013).

Vraag 1

Bent u bekend met het faillissement van De Pier Vastgoed BV, waardoor het voortbestaan van De Pier van Scheveningen onzeker is geworden?1

Vraag 2

Deelt u de mening dat De Pier een markant gebouw is met cultuurhistorische waarde, kenmerkend voor de naoorlogse wederopbouwperiode, niet alleen voor de inwoners van Den Haag, maar voor heel Nederland?

Vraag 3

Ziet u mogelijkheden om De Pier van rijkswege te behouden, bijvoorbeeld door het bouwwerk op basis van de cultuurhistorische waarde de status van Rijksmonument te geven?

Vraag 4

Is het waar dat De Pier op grondgebied van het Rijk staat, dat het erfpachtcontract met het Rijk is afgesloten en dat de grond aan het einde van het contract terugvalt aan het Rijk? Zo ja, welke consequenties kan dit hebben voor de verantwoordelijkheidsverdeling tussen de gemeente Den Haag en het Rijk voor het behoud dan wel de sloop van het bouwwerk?

Naar boven