Vragen van het lid Arib (PvdA) aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de gevolgen van de oorlog in Syrië voor de mogelijkheden van Nederlandse statushouders om te naturaliseren en voor de gezinsleden van vluchtelingen om naar Nederland na te reizen (ingezonden 8 januari 2013).

Vraag 1

Herinnert u zich de brief van de toenmalige minister van Justitie waarin bekendgemaakt werd dat aan 181 Syrische vreemdelingen een verblijfsvergunning werd verstrekt omdat zij op onjuiste wijze waren gepresenteerd aan een delegatie van de Syrische overheid?1

Vraag 2

Is het waar dat deze mensen inmiddels vijf jaar lang in het bezit zijn van een verblijfsvergunning en zij daarmee, net als andere uit Syrië afkomstige vreemdelingen, in aanmerking kunnen komen voor naturalisatie?

Vraag 3

Hoeveel uit Syrië afkomstige vreemdelingen die in Nederland een verblijfsvergunning hebben, komen op basis van de vijf jaar termijn inmiddels in beginsel in aanmerking voor naturalisatie?

Vraag 4

Kunt u aangeven aan welke eisen deze uit Syrië afkomstige vreemdelingen moeten voldoen om Nederlander te worden?

Vraag 5

Worden deze vreemdelingen vanwege de oorlog in Syrië vrijgesteld van het vereiste om een geboortebewijs en een paspoort te overleggen, omdat het te onveilig is om naar Syrië te reizen en de overheid ter plaatse buitengewoon instabiel is? Zo nee, bent u bereid in voorkomende gevallen die vrijstelling te verlenen? Zo nee, bent u bereid de criteria voor het aannemen van bewijsnood wegens het niet kunnen bemachtigen van identiteitsdocumenten voor deze Syrische vreemdelingen te versoepelen?

Vraag 6

Hoeveel asielzoekers uit Syrië zijn in 2011 en 2012 naar Nederland gevlucht? Hoeveel van hen hebben een asielstatus gekregen?

Vraag 7

Hoeveel gezinsleden van erkende asielzoekers hebben een aanvraag gedaan om na te reizen vanuit Syrië of een derde land zoals Turkije? Wat is de gemiddelde termijn waarbinnen deze nareisaanvragen worden afgehandeld? Herkent u de signalen dat in sommige gevallen de aanvragen om nareis van Syrische gezinsleden van vluchtelingen pas na tien maanden worden behandeld? Wat is hiervan de oorzaak?

Vraag 8

Deelt u de mening dat door de lange behandelingsduur van de nareisaanvragen gezinnen die uit een oorlogssituatie komen een zeer lange periode van elkaar gescheiden worden en dat dit zoveel mogelijk moet worden voorkomen? Bent u zich er tevens van bewust dat deze nareizende gezinsleden tijdens de aanvraagfase, bijvoorbeeld in Turkije, niet verzekerd zijn van onderdak en andere elementaire levensbehoeften?

Vraag 9

Bent u bereid daarom extra prioriteit te geven aan deze nareisaanvragen en die met voorrang te behandelen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 10

Bent u bereid het mogelijk te maken om de nareizende gezinsleden in een eerder stadium naar Nederland te laten reizen, zodat zij korter van elkaar gescheiden zijn en zij in Nederland kunnen worden opgevangen? Zo nee, waarom niet?


X Noot
1

Kamerstukken II 2006/2007, 19 637, nummer 1130.

Naar boven