Vragen van het lid Van Gerven (SP) aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu over de charitatieve kledinginzameling (ingezonden 7 januari 2013).

Vraag 1

Is het bericht waar dat steeds meer gemeenten geld verdienen door het openbaar aanbesteden van inzameling van tweedehandskleding? Onderkent u dat hier een prijsopdrijvend effect vanuit gaat en het dus nadelige effecten heeft voor charitatieve instellingen?1

Vraag 2

Kunt u aangeven hoe de inzameling van tweedehandskleding in Nederland is georganiseerd en welke rol de gemeenten daarin spelen?

Vraag 3

Kunt u aangeven wat het verschil is tussen inzameling van kleding door charitatieve instellingen en commerciële inzamelaars?

Vraag 4

Op grond van welke wetten en regels is ingezamelde kleding een afvalstof? Bent u bereid tot heroverweging van de definitie van afval voor kleding die voor hergebruik wordt ingezameld? Zo nee waarom niet?

Vraag 5

Vindt u het een achtenswaardige manier om de inkomsten van gemeenten te verhogen ten koste van charitatieve instellingen? Zo nee, welke middelen heeft u ter beschikking om gemeenten tot een ander beleid voor inzameling van kleding te bewegen?

Vraag 6

Bent u bereid gemeenten te verplichten aan hun inwoners kenbaar te maken hoe in de betreffende gemeente wordt omgegaan met inzamelen van kleding en aan wie de opbrengsten ten goede komen?

Toelichting:

deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Dik-Faber (ChristenUnie), ingezonden 7 januari 2013 (vraagnummer 2013Z00109)

Naar boven