Vragen van het lid Omtzigt (CDA) aan de staatssecretaris van Financiën en de minister van Buitenlandse Zaken over de multiplier in de Geefwet (ingezonden 28 december 2012).

Vraag 1

Herinnert u zich dat u in oktober 2011 aan de Kamer schreef dat u de multiplier in de Geefwet ter goedkeuring had voorgelegd aan de Europese Commissie?1

Vraag 2

Hoe lang heeft de Europese Commissie nodig om een oordeel te geven over een vraag of dit geoorloofde constructie is of niet?

Vraag 3

Kunt u een overzicht doen toekomen aan de Kamer van alle gesprekken, mails en brieven, die tussen de Europese Commissie en de Nederlandse regering zijn gewisseld over de multiplier?

Vraag 4

Is het mogelijk om bij het invullen van de belastingaangifte inkomstenbelasting (IB) of vennootschapsbelasting (VPB) over 2012 een beroep te doen op de multiplier? Zo nee, waarom is dat niet gecommuniceerd?

Vraag 5

Zal, indien het op het formulier van de belastingaangifte mogelijk is om een beroep te doen op de multiplier, aan de burgers worden gecommuniceerd dat het niet zeker is dat de Europese Commissie toestemming geeft voor deze aftrekpost en dat de Nederlandse regering te weinig inspanning heeft geleverd om tijdig een antwoord van de Commissie te krijgen?

Vraag 6

Wat gebeurt er met de ingediende aangiftes en personen, die een beroep doen op de multiplier, indien de Europese Commissie niet akkoord gaat met de multiplier voor culturele instellingen?

Vraag 7

Kunt u een overzicht van alle wetten, regelingen, projecten en andere zaken, waarvoor de Nederlandse regering toestemming heeft gevraagd van de Europese Commissie en waarop de Commissie nog geen antwoord heeft gegeven, aan de Kamer toezenden, inclusief de datum waarop de Nederlandse regering die toestemming formeel heeft gevraagd aan de Commissie?

Vraag 8

Kunt u deze vragen zo spoedig mogelijk beantwoorden?

Vraag 9

Kunt u de overige vragen over de multiplier voor 15 januari 2013 beantwoorden, wanneer de belastingaangiftes beginnen en vraag 7 voor 1 februari 2013 met het oog op het debat over de staat van de Unie in de Kamer?


X Noot
1

Kamerstukken II, 2010/11, 33 006, nr. 3

Naar boven