Vragen van het lid Omtzigt (CDA) aan de staatssecretaris van Financiën en de minister van Buitenlandse Zaken over de multiplier in de Geefwet (ingezonden 28 december 2012).

Antwoord van staatssecretaris Weekers (Financiën) (ontvangen 21 januari 2013)

Vraag 1

Herinnert u zich dat u in oktober 2011 aan de Kamer schreef dat u de multiplier in de Geefwet ter goedkeuring had voorgelegd aan de Europese Commissie?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Hoe lang heeft de Europese Commissie nodig om een oordeel te geven over een vraag of dit geoorloofde constructie is of niet?

Antwoord 2

Dat verschilt per dossier. In september 2011 zijn de eerste contacten over het dossier gelegd met de Europese Commissie. Verwacht werd dat de Europese Commissie de maatregel zou goedkeuren tijdens haar laatste vergadering van 2012, op 19 december 2012. Pas op het laatste moment bleek dat dit niet mogelijk was en dat een lichte technische vertraging in de goedkeuringsprocedure was opgetreden. De Nederlandse regering zal in samenwerking met de Europese Commissie trachten de goedkeuring alsnog begin 2013 rond te krijgen.

Vraag 3

Kunt u een overzicht doen toekomen aan de Kamer van alle gesprekken, mails en brieven, die tussen de Europese Commissie en de Nederlandse regering zijn gewisseld over de multiplier?

Antwoord 3

Zolang een procedure inzake goedkeuring van staatssteun bij de Europese Commissie nog niet heeft geleid tot een besluit, kan ik de door u gevraagde informatie niet aan de Kamer doen toekomen. In dit stadium doen zowel de Europese Commissie als Nederland geen uitlatingen over de inhoud en het verloop van de procedure. Indien ik uw verzoek zou inwilligen, zou ik daarmee de betrekkingen met de Europese Commissie ernstig schaden en daarmee ook het belang van de Nederlandse Staat. Al mijn inspanningen zijn er nu op gericht om, zoals gezegd, zo snel mogelijk in 2013 een goedkeuring te krijgen.

Vraag 4

Is het mogelijk om bij het invullen van de belastingaangifte inkomstenbelasting (IB) of vennootschapsbelasting (VPB) over 2012 een beroep te doen op de multiplier? Zo nee, waarom is dat niet gecommuniceerd?

Antwoord 4

Ja.

Vraag 5

Zal, indien het op het formulier van de belastingaangifte mogelijk is om een beroep te doen op de multiplier, aan de burgers worden gecommuniceerd dat het niet zeker is dat de Europese Commissie toestemming geeft voor deze aftrekpost en dat de Nederlandse regering te weinig inspanning heeft geleverd om tijdig een antwoord van de Commissie te krijgen?

Antwoord 5

De Belastingdienst heeft in de aangifte en de toelichting niets opgenomen over de goedkeuringsprocedure bij de Europese Commissie.

Vraag 6

Wat gebeurt er met de ingediende aangiftes en personen, die een beroep doen op de multiplier, indien de Europese Commissie niet akkoord gaat met de multiplier voor culturele instellingen?

Antwoord 6

Ik ga ervan uit dat het besluit van de Europese Commissie over het verzoek tot goedkeuring betrekking zal hebben op de gehele periode 2012 tot en met 2017 en zie dat met vertrouwen tegemoet. Indien de Europese Commissie onverhoopt niet akkoord zou gaan met de multiplier, zal op dat moment met inachtneming van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur bezien worden welke maatregelen genomen kunnen worden. Ik wil daar nu nog niet op vooruitlopen. Ik zal u vanzelfsprekend zo spoedig mogelijk hierover informeren.

Vraag 7, 8 en 9

Kunt u een overzicht van alle wetten, regelingen, projecten en andere zaken, waarvoor de Nederlandse regering toestemming heeft gevraagd van de Europese Commissie en waarop de Commissie nog geen antwoord heeft gegeven, aan de Kamer toezenden, inclusief de datum waarop de Nederlandse regering die toestemming formeel heeft gevraagd aan de Commissie?

Kunt u deze vragen zo spoedig mogelijk beantwoorden?

Kunt u de overige vragen over de multiplier voor 15 januari 2013 beantwoorden, wanneer de belastingaangiftes beginnen en vraag 7 voor 1 februari 2013 met het oog op het debat over de staat van de Unie in de Kamer?

Antwoord 7, 8 en 9

De mij regarderende vragen zijn, zoals gebruikelijk, zo spoedig mogelijk beantwoord. De Minister van Buitenlandse zaken zal u afzonderlijk berichten.


X Noot
1

Kamerstukken II, 2010/11, 33 006, nr. 3

Naar boven