Vragen van het lid Segers (ChristenUnie) aan de minister van Veiligheid en Justitie over de inzet van paragnosten door de politie (ingezonden 13 november 2012).

Vraag 1

Kent u het bericht «Onduidelijkheid over inzetten van paragnosten bij politiewerk»?1

Vraag 2

Deelt u de mening dat opsporingsonderzoeken zich moeten richten op feiten?

Vraag 3

Waarom is de «Instructie Onorthodoxe Opsporingsmethoden» niet openbaar? Kunt u deze instructie naar de Kamer sturen?

Vraag 4

Deelt u de mening dat een instructie, die bij het overgrote deel van de politie onbekend is, ook niet kan worden toegepast en dat het hierdoor momenteel mogelijk is dat politiemensen voor onderzoek gebruik maken van paragnosten zonder de daarvoor vereiste toestemming?

Vraag 5

Is het waar dat deze instructie onder onorthodoxe opsporingsmethoden verstaat het horen van getuigen onder hypnose, de «poppenspelmethode», de leugendetector, de narcoanalyse en de paragnostiek? Klopt het dat deze methoden volgens deze instructie naar de huidige wetenschappelijke inzichten geen zekerheid bieden over de betrouwbaarheid van de resultaten?

Vraag 6

Kunt u aangeven waarom de instructie desondanks het inzetten van paragnosten niet verbiedt?

Vraag 7

Bent u bereid de instructie aan te passen zodat geen gebruik meer wordt gemaakt van methoden waarvan de werkzaamheid naar wetenschappelijk inzicht dubieus is, zoals de inzet van paragnosten, en dit mee te nemen in de politieopleiding, zodat verwarring in onderzoeksteams wordt voorkomen en er geen kostbare tijd van deze teams verloren gaat?


X Noot
1

Trouw, 7 november 2012

Naar boven