Vragen van het lid Van Weyenberg (D66) aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het onderzoek van DNB en AFM waaruit blijkt dat de helft van de herstelplannen van pensioenfondsen van onvoldoende of slechte kwaliteit is (ingezonden 5 november 2012).

Vraag 1

Wat is uw reactie op het rapport «Sectorbreed onderzoek kwaliteit financiële crisisplannen pensioenfondsen» van De Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM)?1

Vraag 2

Vindt u het zorgelijk dat de helft van de herstelplannen van pensioenfondsen als onvoldoende of slecht wordt beoordeeld door DNB en AFM? Deelt u de mening dat een goed herstelplan essentieel is voor pensioenfondsen die er slecht voor staan? Deelt u de mening dat twijfels over de kwaliteit van de herstelplannen de onzekerheid rondom de aanvullende pensioenen vergroten?

Vraag 3

Kunt u reageren op de vijf verbeterpunten die DNB en AFM noemen, zijnde 1) explicitering van het moment van korten, 2) de prioritering van de te nemen maatregelen, 3) communicatie, 4) besluitvormingsproces en 5) evenwichtige belangenafweging?

Vraag 4

Welke wettelijke eisen worden er gesteld aan de (kwaliteit van) herstelplannen?

Vraag 5

Welke concrete acties wilt u nemen om ervoor te zorgen dat pensioenfondsen hun herstelplannen op orde krijgen? Wat is uw streefniveau met betrekking tot het aantal herstelplannen dat onvoldoende of slecht scoort? Op welke termijn wilt u deze verbetering zien en hoe houdt u dat in de gaten? Welke stok achter de deur heeft u in het geval er pensioenfondsen zijn die onverhoopt hun herstelplan niet verbeteren?

Vraag 6

Bent u bereid om deze vragen te beantwoorden voor het algemeen overleg Pensioenonderwerpen op 21 november?


X Noot
1

DNB en AFM, 31 oktober 2012, «Onderzoek kwaliteit financiële crisisplannen pensioenfondsen nulmeting oktober 2012», http://www.toezicht.dnb.nl/7/50-226842.jsp

Naar boven