Vragen van het lid De Vries (PvdA) aan de minister van Infrastructuur en Milieu over het convenant leegstand kantoren (ingezonden 11 oktober 2012).

Vraag 1

Kent u het bericht «Oprichting sloopfonds kantoren loopt spaak»?1

Vraag 2

Klopt de veronderstelling in dit artikel dat, nu een aantal gemeenten heeft aangegeven zich te verzetten tegen een sloopfonds waarin publieke middelen zouden worden opgenomen, de steun van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) voor het Convenant aanpak leegstand kantoren is ingetrokken?

Vraag 3

Deelt u de mening dat – aangezien in het convenant (art 5.1) is opgenomen dat het mogelijk is een regionaal kantorenfonds op te richten en het derhalve geen verplichting is voor de provincies en gemeenten – er daarom ook geen reden voor paniek hoeft te zijn?

Vraag 4

Is er al één of zijn er al enkele voorstellen van regionale fondsen, zoals bedoeld in artikel 5.2 van het convenant, waar gesproken wordt van één of enkele voorstellen voor een sloopfonds?

Vraag 5

Wat is uw reactie op de vrees van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) dat sprake kan zijn van prijsopdrijving door de sloop van kantoren? Denkt u met de NMA dat bij onttrekking van 1% of minder van de kantorenmarkt er verstoring of prijsopdrijving plaats zou vinden?

Vraag 6

Welke mogelijkheden ziet u voor vastgoedeigenaren en andere belanghebbenden om sloopfondsen op te richten zónder publieke middelen van gemeenten?

Vraag 7

Op welke wijze ziet u toe op de beperking van de nieuwbouw van nieuwe kantoren?

Vraag 8

Hoe staat het met de opdrachten voor het Rijk die zijn opgenomen in het convenant leegstand kantoren (art1, waaronder het oprichten van een expertteam dat gemeenten bijstaat bij kantoortransformatie?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Verhoeven (D66), ingezonden 11 oktober 2012 (vraagnummer 2012Z17203)


X Noot
1

Financieel Dagblad, 4 oktober 2012

Naar boven