Vragen van het lid De Vries (PvdA) aan de minister van Infrastructuur en Milieu over
het convenant leegstand kantoren (ingezonden 11 oktober 2012).
Antwoord van minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus (Infrastructuur en Milieu)
(ontvangen 30 oktober 2012).
Vraag 1
Kent u het bericht «Oprichting sloopfonds kantoren loopt spaak»?1
Vraag 2
Klopt de veronderstelling in dit artikel dat, nu een aantal gemeenten heeft aangegeven
zich te verzetten tegen een sloopfonds waarin publieke middelen zouden worden opgenomen,
de steun van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) voor het Convenant aanpak leegstand
kantoren is ingetrokken?
Antwoord 2
De steun van de VNG voor het convenant aanpak leegstand kantoren is niet ingetrokken.
Momenteel is mijn ministerie in gesprek met die gemeenten die op dit moment aan de
VNG hebben aangegeven nog met vragen te zitten betreffende het convenant leegstand
kantoren om te verkennen waar mogelijke discussiepunten liggen. Ik heb er vertrouwen
in dat alle partijen hun verantwoordelijkheid nemen.
Vraag 3
Deelt u de mening dat – aangezien in het convenant (art 5.1) is opgenomen dat het
mogelijk is een regionaal kantorenfonds op te richten en het derhalve geen verplichting
is voor de provincies en gemeenten – er daarom ook geen reden voor paniek hoeft te
zijn?
Antwoord 3
Ik deel uw mening dat er geen reden is voor paniek. Marktpartijen en overheden hebben
de mogelijkheid een fonds op te zetten. Hierbij is geen sprake van een verplichting. Het is nadrukkelijk
de bedoeling dat de wens om te komen tot een kantorenfonds «van onderop komt» en er
in een regio voldoende draagvlak bij de betrokken eigenaren is om een heffing aan
een eventueel kantorenfonds te betalen.
Vraag 4
Is er al één of zijn er al enkele voorstellen van regionale fondsen, zoals bedoeld
in artikel 5.2 van het convenant, waar gesproken wordt van één of enkele voorstellen
voor een sloopfonds?
Antwoord 4
In het convenant is afgesproken «dat één of enkele voorstellen uitgewerkt zullen worden,
waarna een keuze en/of verdere detaillering regionaal nader kan worden ingevuld».
Momenteel hebben mij nog geen voorstellen bereikt. Overigens worden in enkele gemeenten
(Amsterdam, Nieuwegein) wel voorstellen in die richting ontwikkeld.
Vraag 5
Wat is uw reactie op de vrees van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) dat
sprake kan zijn van prijsopdrijving door de sloop van kantoren? Denkt u met de NMA
dat bij onttrekking van 1% of minder van de kantorenmarkt er verstoring of prijsopdrijving
plaats zou vinden?
Antwoord 5
Het uit de markt nemen van kantoren met behulp van een eventueel kantorenfonds heeft
tot doel de structurele overcapaciteit die de markt niet zelf kan herstellen uit de
markt te nemen, dit valt onder het zogenaamde «crisiskartel». Prijsopdrijving of marktverstoring
zijn daarom niet te verwachten.
Vraag 6
Welke mogelijkheden ziet u voor vastgoedeigenaren en andere belanghebbenden om sloopfondsen
op te richten zónder publieke middelen van gemeenten?
Antwoord 6
De mogelijkheid tot het oprichten van kantorenfondsen is «van en voor de markt». Het
initiatief is afkomstig van de markt zelf. Het oprichten van een kantorenfonds betekent
niet per definitie dat er publiek geld in gestopt wordt.
Vraag 7
Op welke wijze ziet u toe op de beperking van de nieuwbouw van nieuwe kantoren?
Antwoord 7
In de SVIR heb ik de sturingsfilosofie uitgedragen dat de besluitvorming zo dicht
mogelijk plaatsvindt op het niveau dat het betreft. Gemeenten moeten de ladder voor
duurzame verstedelijking gebruiken om al hun ruimtelijke besluiten te motiveren. Voorts
is in het convenant vastgelegd dat – conform deze ladder voor duurzame verstedelijking
– op regionaal niveau de afstemming van vraag en aanbod zal plaatsvinden.
Vraag 8
Hoe staat het met de opdrachten voor het Rijk die zijn opgenomen in het convenant
leegstand kantoren (art. 11), waaronder het oprichten van een expertteam dat gemeenten
bijstaat bij kantoortransformatie?
Antwoord 8
Het Expertteam Kantoortransformatie is inmiddels aan het werk in een aantal gemeenten
met grote kantorenleegstand. De overige acties waaraan het rijk zich heeft gecommitteerd
in het convenant zijn in gang gezet.
X Noot
1Financieel Dagblad, 4 oktober 2012