Vragen van het lid Bisschop (SGP) aan de ministers van Veiligheid en Justitie, van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de TV-serie Barbie’s baby en het bericht «Holleeder-geknuffel moet stoppen»? (ingezonden 9 oktober 2012).

Vraag 1

Bent u bekend met de TV-serie Barbie’s baby1 en het bericht «Holleeder-geknuffel moet stoppen»?2

Vraag 2

Wat is uw reactie op de uitspraak van de oud-hoofdinspecteur – betrokken bij de zaak Heineken – dat het voornemen van de publieke omroep om Holleeder een podium te bieden kwalijk is en een zekere mate van verheerlijking van criminaliteit in de hand werkt? Bent u bereid met de omroep in overleg te treden over de mogelijkheid om af te zien van de uitzending?

Vraag 3

Vindt u het acceptabel dat baby’s gebruikt worden om de kijkcijfers van commerciële omroepen op te stuwen? Bent u van mening dat kinderen bescherming verdienen tegen deze invloeden? Zijn hun belangen adequaat geborgd?

Vraag 4

Is voorafgaand aan het uitzenden van de serie Barbie’s baby onderzocht of deze handelwijze, met het oog op de belangen van het kind en gelet op de relevante wettelijke bepalingen (art. 1:247 BW en 3:2 Arbeidstijdenwet), acceptabel is? Is er contact geweest met de Raad voor de Kinderbescherming en waarom heeft de Arbeidsinspectie aan de producent ontheffing verleend?

Vraag 5

Wat is uw reactie op de uitspraak van de moeder dat zij aan de serie, waarin haar kind geboren is, heeft deelgenomen om een lekkere boterham te verdienen en dat zij zonder betaling hiertoe niet zou zijn overgegaan?3 In hoeverre is het ouders toegestaan hun baby’s en kinderen te gebruiken voor broodwinning? Hoe zwaar weegt het feit dat de baby in dit geval de belangrijkste bron van inkomsten is?


X Noot
1

RTL5

X Noot
2

Telegraaf, 4 oktober 2012

Naar boven