Vragen van het lid Heerma (CDA) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de mogelijke toekenning van zendtijd aan de Stichting Zendtijd Moslims (ingezonden 25 september 2012).

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel «Twijfels over rol Turkije bij moslim-tv»?1 Kunt u bevestigen dat er een aanvraag voor zendtijd van de Stichting Zendtijd Moslims (SZM) loopt? Zo ja, kunt u aangeven wanneer het Commissariaat voor de Media besluit over de aanvraag?

Vraag 2

Deelt u de mening dat de publieke omroep onafhankelijk en pluriform dient te zijn en dat er binnen het bestel in principe ruimte zou kunnen zijn voor een Moslimomroep, mits voldaan aan alle voorwaarden? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3

Kunt u aangeven of er banden zijn tussen de SZM en het Turkse Diyanet? Zo ja, hoe oordeelt u over deze banden? Zo nee, wordt er bij de procedure van een aanvraag voor toekenning van zendtijd überhaupt naar het bestaan van dergelijke banden gekeken?

Vraag 4

Deelt u de mening dat de staat geen directe invloed op de programmering van publieke omroepen behoort te hebben en dat het daarom ook ongewenst is dat een buitenlandse mogendheid rechtstreekse invloed heeft op een Nederlandse publieke omroep? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe beïnvloedt dat de afweging om de SZM eventueel zendtijd te vergunnen?

Vraag 5

Deelt u de mening dat de SZM geen representatieve stichting voor de Islam is, nu de islamitische organisaties Milli Görüs, de alevitische federatie Hak Der en de Raad voor Marokkaanse Moskeeën Nederland uit de organisatie zijn gestapt?

Vraag 6

Kunt u aangeven wat de mogelijkheden en de voor- en nadelen zijn om in de Mediawet een verbod op banden met overheden op te nemen?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Segers ( Christen Unie), ingezonden 25 september 2012 (vraagnummer 2012Z16194)


X Noot
1

Trouw, maandag 24 september 2012

Naar boven