Vragen van het lid Omtzigt (CDA) aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de derivatenpositie en de risicobeheersing van pensioenfondsen en andere instellingen (ingezonden 31 augustus 2012).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het artikel «tegenpartij risico van pensioenfondsen beperkt»? 1 waarin gesteld wordt dat op dit moment het tegenpartij risico voor de derivatenposities van pensioenfondsen beperkt is, maar «een verdere neerwaartse bijstelling van de kredietwaardigheid van (zaken)banken is in de huidige precaire financieel-economische omstandigheden zeker niet uit te sluiten. Waakzaamheid vanuit zowel de sector zelf als DNB blijft daarom geboden ten aanzien van de blootstelling aan tegenpartijrisico’s.»?

Vraag 2

Acht u het risico bij de pensioenfondsen voldoende beheerst op dit moment, inclusief de voorraad onderpand die zij voorradig hebben?

Vraag 3

De marktwaarde van de renteswaps van pensioenfondsen bedraagt volgens DNB ongeveer € 55 miljard, heeft u enig inzicht welke marktpartijen een tegenovergestelde positie ingenomen hebben en dus op een negatieve waarde van hetzelfde bedrag?

Vraag 4

Heeft u er kennis van genomen dat brokers en adviseurs trots melden dat zij «brokerage» leveren voor vele lokale en provinciale overheden en een groot aantal zorginstellingen (zie bijvoorbeeld www.dhv.nl)?

Vraag 5

Heeft u inzicht in de derivatenposities van publieke en semi-publieke instellingen, zoals woningbouwcoöperaties, onderwijsinstellingen, zorginstellingen en decentrale overheden en of hun beleid adequaat is?

Vraag 6

Weet u of er instellingen of groepen instellingen in de publieke en semi-publieke sfeer zijn die onverantwoorde risico’s genomen hebben en daardoor in de problemen gekomen zijn of kunnen komen?

Vraag 7

Bent u bereid de totale derivatenpositie in deze sectoren, per sector en per instelling, aan de Kamer te doen toekomen?


X Noot
1

www.dnb.nl

Naar boven