Vragen van het lid Jadnanansing (PvdA) aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de effecten van de langstudeerboete op deeltijdstudenten (ingezonden 28 augustus 2012).

Vraag 1

Is het waar dat, door het vonnis van 11 juli 2012, deeltijdstudenten die hun studie op uiterlijk 1 februari 2011 zijn begonnen en die zich hebben ingeschreven voor een deeltijdopleiding waarvan het «vastgelegde en feitelijk verzorgde onderwijsprogramma» een minimumduur kent die langer is dan de studieduur van de voltijd variant, vrijgesteld zijn van de langstudeerboete? Zo nee, hoe interpreteert u de rechterlijke uitspraak?

Vraag 2

Is het zo dat u voor toepassing van het criterium «vastgelegde en feitelijk verzorgde onderwijsprogramma» gaat aansluiten bij hetgeen in «formeel vastgestelde documenten» zoals de Onderwijs- en Examenregeling («OER») dan wel in het Studentenstatuut of accreditatiebesluit is opgenomen over de duur van de deeltijdopleiding op de peildatum van 1 februari 2011? Is het zo dat, indien de studieduur van een deeltijdopleiding niet formeel is vastgelegd, onverkort het verhoogde collegegeld voor de student geldt?

Vraag 3

Deelt u de mening dat juist voor deeltijdstudenten maatwerk nodig is, omdat zij leren combineren met werken of de zorg voor een gezin en dat de flexibele studieduur een belangrijk onderdeel van maatwerk is? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Is het vermelden van de studieduur van voltijdopleidingen of deeltijdopleidingen in een «formeel vastgesteld document» bij wet verplicht? Zo nee, is er voor deeltijdopleidingen wel voldoende aanleiding om de studieduur van deeltijdopleidingen formeel te vermelden, aangezien het hier gaat om maatwerk?

Vraag 5

Heeft u een idee bij hoeveel instellingen de studieduur van deeltijdopleidingen niet is vastgelegd in enig formeel vastgesteld document en waarbij deeltijdstudenten onverkort het hoge collegegeld moeten betalen?

Vraag 6

Deelt u de mening dat het niet rechtvaardig is om, op basis van willekeurige verschillen tussen instellingen, deeltijdstudenten het verhoogde collegegeld te laten betalen omdat de studieduur van hun deeltijdopleiding nergens formeel is vastgelegd? Zo nee, waarom vindt u dit rechtvaardig?

Vraag 7

Deelt u de zorgen van de instellingen dat deze rechtsongelijkheid en willekeur tot een veelheid aan beroepszaken, mogelijk rechtszaken, en extra bureaucratische lasten leiden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat gaat u daaraan doen?

Vraag 8

Bent u bereid de instellingen te compenseren voor de financiële gevolgen van juridische procedures en van rechterlijke uitspraken die voortvloeien uit onduidelijkheden, uitvoeringsproblemen en andere gebreken in de regelgeving, waarvoor u de verantwoordelijkheid draagt? Zo nee, gaan deze kosten wat u betreft dan van het onderwijsbudget af?

Vraag 9

Bent u bereid de instellingen financieel te compenseren voor de verzwaarde uitvoeringslast als gevolg van juridische procedures, de zeer complexe zo niet onuitvoerbare regelgeving die instellingen op zo’n korte termijn voor aanvang van het studiejaar dienen te implementeren? Zo nee, waarom niet?

Naar boven