Vragen van het lid Van Bochove (CDA) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het besluit van de voorzitter van de Staten van Curaçao om de openbare vergaderingen van de Staten van Curaçao voor onbepaalde tijd te schorsen (ingezonden 27 augustus 2012).

Vraag 1

Hebt u kennisgenomen van het besluit van de voorzitter van de Staten van Curaçao om de openbare vergaderingen van de Staten van Curaçao voor onbepaalde tijd (volgens sommige berichten tot na de verkiezingen) te schorsen?

Vraag 2

Is dit besluit in overeenstemming met de wens van de meerderheid van de Staten van Curaçao of wordt de wens van die meerheid van de Staten van Curaçao hier juist ernstig genegeerd?

Vraag 3

Op basis van welke landsverordening dan wel welk artikel uit welke specifieke landsverordening of op basis van welk artikel uit het reglement van orde van de Staten van Curaçao is een dergelijk besluit van de voorzitter van de Staten, waarbij de wens van de meerderheid kennelijk ernstig wordt geschoffeerd, mogelijk?

Vraag 4

Deelt u de opvatting dat, hoewel het hier gaat om een interne aangelegenheid van het land Curaçao, het functioneren van de (parlementaire) democratie in een land binnen het Koninkrijk ernstig in het geding is?

Vraag 5

Acht u het acceptabel dat er binnen het Koninkrijk landen zijn, waar het functioneren van de parlementaire democratie door een minderheid wordt geblokkeerd?

Vraag 6

Welke betekenis heeft het niet functioneren van de Staten van Curaçao voor de betrekkingen tussen landen binnen het Koninkrijk en in het bijzonder tussen Nederland en Curaçao?

Vraag 7

Bent u bereid hier, op welke wijze dan ook, betekenis aan te geven of met andere woorden: bent u bereid om, analoog aan vergelijkbare situaties tussen Nederland en landen buiten het Koninkrijk, stappen te zetten ten aanzien van Curaçao?

Vraag 8

Wilt u deze vragen uiterlijk 7 september aanstaande beantwoorden?

Naar boven