Vragen van de leden Recourt en Heijnen (beiden PvdA) aan de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Veiligheid en Justitie over de kritiek van de Nationale Ombudsman op de benoemingsprocedure van de vice-president van de Raad van State (ingezonden 22 augustus 2012).

Vraag 1

Herinnert u zich de aangenomen motie Recourt c.s. waarin de regering gevraagd wordt om in de procedure voor de benoeming van de vice-president van de Raad van State de Staten-Generaal een rol te geven?1

Vraag 2

Deelt u de mening dat u, gezien uw reactie op de genoemde motie in uw brief van 21 augustus 2012, er blijk van geeft die aangenomen motie niet uit te zullen voeren? Zo ja, wat beweegt u precies tot het weigeren van het uitvoeren van de wil van de meerderheid van de Kamer? Zo nee, hoe zou uw reactie op die motie dan anders gelezen moeten worden?2

Vraag 3

Deelt u de mening dat uw bezwaren tegen de motie Recourt c.s. door u weg te nemen zijn,  indien u wel een positieve houding ten aanzien van de rol van de Staten-Generaal bij de benoeming van de vice-president van de Raad van State en de wil van de meerderheid van de Kamer zou innemen? Zo ja, gaat u die positieve houding alsnog innemen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Deelt u de mening dat een regering, ook al is die weliswaar niet verplicht een motie uit te voeren, door een motie niet uit te willen voeren de wil van de meerderheid van de Kamer negeert en daarmee blijk geeft van een weinig democratische houding? Zo ja, deelt u de mening dat dat ook voor het negeren van de motie Recourt c.s. geldt? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Indien bij uw voornemen blijft om de motie Recourt c.s. niet in wetgeving om te doen zetten, bent u dan bereid om ambtelijke ondersteuning toe te zeggen bij het voorbereiden van een initiatiefwetsvoorstel ter zake?

Vraag 6

Deelt u de mening van de Nationale Ombudsman dat bij de recente benoeming van de vice-president van de Raad van State er «onvoldoende transparantie» was «doordat er een spanning bestond tussen de formele procedure zoals die voor de buitenwereld zichtbaar was en dat wat zich achter de schermen voltrokken heeft»? Zo ja, wilt u ingaan op de spanning en de informele kant van de procedure? En zo ja, wat gaat u concreet verbeteren om in de toekomst deze spanning onmogelijk te maken? Zo nee, kunt u dan precies aangeven waarom die transparantie er wel voldoende zou zijn geweest en waarom de genoemde spanning niet bestond?

Vraag 7

Deelt u de mening van de Nationale Ombudsman dat er weliswaar wellicht geen afspraken zijn gemaakt «aan de tafel van de (in)formateur […] over de vervulling van deze vacature» maar dat er wel sprake lijkt te zijn geweest «van onderling afgestemde feitelijke gedragingen»? Zo ja, wat gaat u hieraan concreet verbeteren? Zo nee, kunt u dan precies aangeven waarom er geen sprake is geweest van de onderling afgestemde feitelijke gedragingen?


X Noot
2

Brief van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, 21 augustus 2012 (2012D32534)

Naar boven