Vragen van het lid Van Raak (SP) aan de ministers van Veiligheid en Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het corruptieonderzoek op Bonaire (ingezonden 20 augustus 2012).

Vraag 1

Deelt u de opvatting dat onderzoek door Fundashon Bon Governashon Bonaire aanleiding is voor verder onderzoek naar corruptie op Bonaire?1

Vraag 2

Waarom kon een onderzoek naar corruptie op Bonaire naar aanleiding van informatie van Fundashon Bon Governashon Bonaire uit 2007 pas eind 2009 starten en waarom moest dit onderzoek al binnen een jaar zijn afgerond?

Vraag 3

Klopt het dat de huidige minister van Defensie in 2007 als toenmalig adviseur van de eilandsraad sprak van een misverstand en zijn vertrouwen heeft uitgesproken in het toenmalige bestuur van Bonaire?

Vraag 4

Kunt u uitsluiten dat het proces van staatskundige vernieuwing, waarin Bonaire in oktober 2010 onderdeel moest worden van Nederland, een rol heeft gespeeld bij het stopzetten van dit corruptieonderzoek?

Vraag 5

Welke verantwoordelijkheid ziet u voor uzelf om te verzekeren dat onderzoek naar corruptie op Bonaire onafhankelijk kan plaatsvinden en geen onderwerp wordt van politieke onderhandelingen?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Ortega-Martijn en Schouten (beiden ChristenUnie), ingezonden 20 augustus 2012 (vraagnummer 2012Z15194).


X Noot
1

«Moeizaam corruptieonderzoek op Bonaire», de Stentor, 18 augustus 2012.

Naar boven