Vragen van het lid Van Gerven (SP) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de handelwijze van zorgverzekeraar Achmea en apothekers bij het verstrekken van incontinentiemateriaal aan patiënten (ingezonden 10 augustus 2012).

Vraag 1

Wat is uw reactie op het persbericht van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie ( KNMP) die stelt dat de nieuwe eisen van de zorgverzekeraars het de apothekers onmogelijk maakt op een adequate wijze incontinentiemateriaal te verstrekken? Heeft zij gelijk? Zo ja, waarom? Zo neen, waarom niet?1

Vraag 2

Wat is uw reactie op mevrouw B., die zich geschoffeerd voelt en onder druk gezet (gechanteerd) om haar privésituatie aan onbekende personen/ leveranciers toe te lichten, omdat ze anders geen incontinentiemateriaal vergoed krijgt?2

Vraag 3

Wat gebeurt er met de privégegevens die telefonisch worden afgenomen door de leveranciers van incontinentiematerialen?

Vraag 4

Wat is het oordeel van het College Bescherming Persoonsgegevens over deze gang van zaken en bijvoorbeeld ook in de situatie van mevrouw B.?

Vraag 5

Wat vindt u van het feit dat patiënten, als ze hun oorspronkelijke incontinentiemateriaal en broekjes willen behouden, nu van de apotheker te horen krijgen dat ze moeten bijbetalen? Is dit niet ongewenst? Wordt hier niet ten onrechte de rekening bij de patiënt neergelegd door de apotheker en/of Achmea?3

Vraag 6

Hoe gaat u voorkomen dat patiënten voor incontinentiemateriaal dat is afgestemd op de persoonlijke situatie van de patiënt, moeten bijbetalen?

Toelichting:

deze vragen zijn aanvullend op de eerdere vragen terzake van de leden Van Gerven (SP), ingezonden 9 augustus 2012 (vraagnummer 2012Z14974), Gerbrands (PVV), ingezonden 10 augustus 2012 (vraagnummer 2012Z14983), en Voortman (GroenLinks), ingezonden 10 augustus 2012 (vraagnummer 2012Z14984)


X Noot
1

Persbericht 9 augustus 2012

X Noot
2

E-mail van mevrouw B.

X Noot
3

Telefoonnotitie SP fractie Tweede Kamer

Naar boven