Vragen van het lid Van Hijum (CDA) aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over stapeling van ESF-subsidies met middelen uit scholingsfondsen (ingezonden 23 juli 2012).

Vraag 1

Bent u op de hoogte van de berichten over stapeling van subsidies uit het Europees Sociaal Fonds (ESF-subsidies) met middelen uit scholingsfondsen?1

Vraag 2

Op welke schaal doet deze stapeling zich in de praktijk voor?

Vraag 3

Hoe beoordeelt u de stapeling in het licht van de formele eisen, die bij ESF-subsidies worden gesteld aan cofinanciering?

Vraag 4

Vindt u de stapeling moreel verantwoord, gelet op het feit dat er per saldo meer dan 100% subsidie werd verstrekt aan opleidingstrajecten waarvan het nut soms kan worden betwijfeld?

Vraag 5

Was u reeds op de hoogte van de stapeling van de subsidies op het moment dat u de Kamer informeerde over de problemen met het terugvorderen van ESF-voorschotten op 28 juni 2012? Zo ja, waarom wordt aan deze kwestie in de brief van 28 juni 2012 geen aandacht besteed?

Vraag 6

Bent u van plan om scherpere eisen te stellen aan aanvragen van ESF-subsidie door opleidings- en ontwikkingsfondsen (O&O-fondsen)?

Vraag 7

Bent u van mening dat de desbetreffende vijf scholingsfondsen zich voor ESF-aanvragen hebben gediskwalificeerd, gelet op het feit dat er nauwelijks of geen toezicht was op de stapeling van subsidies met bijdragen uit de fondsen en op de kwaliteit van de aangeboden scholingstrajecten?

Vraag 8

Bent u bereid om de Kamer nog voor Prinsjesdag te informeren over de stand van zaken rond de terugvordering van de 29 mln, die aan vijf O&O-fondsen als voorschot is verstrekt?

Vraag 9

Wanneer kan de Kamer een integrale verantwoording verwachten over de besteding van de desbetreffende subsidiemiddelen?


X Noot
1

Financieele Dagblad, 20 juli 2012.

Naar boven