Vragen van het lid Ortega-Martijn (ChristenUnie) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de aanstaande Tweede Kamerverkiezingen op de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (ingezonden 2 mei 2012).

Vraag 1

Heeft u kennis genomen van de uitspraken van de gezaghebbers van de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba over de aanstaande verkiezingen?

Vraag 2

Bent u van mening dat de openbare lichamen voldoende zijn toegerust om de aanstaande verkiezingen in goede orde voor te bereiden? Op welke wijze worden ambtenaren op de openbare lichamen getraind en voorgelicht om deze verkiezingen in goede banen te leiden? Hebben de openbare lichamen voldoende financiële middelen om de aanstaande verkiezingen te organiseren?

Vraag 3

Bent u van mening dat de burgers van de openbare lichamen voldoende op de hoogte zijn van de rechten en plichten van het actief en passief kiesrecht? Bent u tevens van mening dat de burgers voldoende tijd en mogelijkheden hebben om ook daadwerkelijk het passief kiesrecht uit te oefenen? Geldt dit ook voor nieuwe partijen die eventueel aan de verkiezingen zouden willen deelnemen? Zo ja, waaruit blijkt dit?

Vraag 4

Ligt de primaire verantwoordelijkheid voor het gehele proces rondom de voorbereiding en uitvoering van de verkiezingen op grond van de Kieswet bij de eilandsraden of bij het Europees deel van Nederland? Op welke wijze draagt uw ministerie hieraan bij? Is ook de Kiesraad voldoende in staat aan dit proces bij te dragen gezien de geografische afstand? Bent u tevens bereid de Kamer middels een brief te informeren over het gehele proces rondom de voorbereidingen en uitvoering van de verkiezingen op de openbare lichamen?

Vraag 5

Heeft u kennis genomen van de zorgen van de gezaghebbers over de kosten die gepaard gaan met de voorbereidingen van de aanstaande verkiezingen? Hoe verhoudt dit zich met de vrije uitkering die structureel te laag is? Binnen welke termijn kunnen de openbare lichamen uitsluitsel krijgen over de correctie op de vrije uitkering? Bent u tenminste bereid hier voor het zomerreces duidelijkheid over te verschaffen conform ook uw toezegging1? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Bent u bereid deze vragen binnen drie weken na indiening te beantwoorden gezien het feit dat de verkiezingen op zeer korte termijn plaats zullen vinden?


X Noot
1

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 2180.

Naar boven