Vragen van de leden De Rouwe en Ferrier (beiden CDA) aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de minister van Buitenlandse Zaken over het voornemen van verschillende universiteiten om talenstudies op te laten gaan in brede studies (ingezonden 3 april 2012).

Vraag 1

Hebt u kennisgenomen van het voornemen van verschillende universiteiten om talenstudies op te laten gaan in brede studies?1

Vraag 2

Deelt u de mening dat, hoewel brede studies absoluut voordelen bieden, ten minste voor een aantal talen de eigenstandige (voltijds-)universitaire studie wel zou moeten blijven bestaan, vanwege nationaal belang, zoals het Fries, of vanwege internationaal en commercieel belang, zoals het Frans of Portugees, de taal die -naast in een van de sterkst opkomende economische wereldmachten, Brazilië- in acht landen gesproken wordt? Zo neen, waarom niet?

Vraag 3

Hoe verhoudt dit voornemen van de instellingen zich enerzijds tot het beëindigen van deze eigenstandige universitaire studies vanwege profilering en anderzijds tot het belang dat de regering hecht aan kennis van eigen cultureel erfgoed (het Fries) en het bevorderen van culturele, economische en wetenschappelijke contacten met Brazilië en de andere landen waarvan het niet langer mogelijk is in voltijd de taal van het betreffende land te bestuderen?

Vraag 4

Deelt de regering de mening dat grondige wetenschappelijke kennis van een taal een voorwaarde is om de in vraag 3 genoemde ambities waar te maken? Zo neen, waarom niet? Bent u bereid met universitaire opleidingen in gesprek te gaan over behoud van een aanbod aan eigenstandige universitaire studies van talen, die duidelijk een nationaal en internationaal belang van Nederland dienen? Zo neen, waarom niet?


X Noot
1

«Het land van Talenkennis verliest zijn faam», «Wie vertaalt straks uit het Frans, Duits of Russisch» en «Universiteiten schrappen 30 alfastudies» in NRC, d.d. 15 en 20 maart 2012.

Naar boven