Vragen van het lid Voordewind (ChristenUnie), Van der Staaij (SGP) en Kortenoeven (PVV) aan de minister van Buitenlandse Zaken over de positie van Assyrische christenen in Irak (ingezonden 27 maart 2012).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het onlangs verschenen rapport «Human rights report on Assyrians in Iraq: the exodus from Iraq»?1 Heeft u tevens kennis genomen van het artikel «Irak: baken op de zee van Arabische onrust»?2

Vraag 2

Kunt u de Kamer nader informeren over de Nederlandse bijdrage aan de Nineveh-pilot van het UNDP waarover u 7 maart jl. sprak?3 Welke concrete maatregelen worden hierin genomen ten aan zien van de veiligheidsstrategie waarin de rechten van minderheden, waaronder van Assyrische christenen, vorm krijgen?

Vraag 3

Kunt u uw constatering4 dat de Irakese autoriteiten de boodschap, mede ingegeven door de motie Voordewind c.s.5, hebben begrepen en dat de inzet van politiepersoneel op de Niniveh-vlakte inmiddels functioneert, nader toelichten? Hoe verhoudt deze constatering zich met de bevindingen van het bovengenoemde rapport waarin geconcludeerd wordt dat de veiligheidssituatie van Assyrische christenen en andere minderheden aanzienlijk is verslechterd?

Vraag 4

Deelt u de mening dat het strafrechtelijk onderzoek ten onrechte ervan uitgaat dat de aanslagen in Zakho eind 2011 niet gericht waren op de Assyrische christenen terwijl alle slachtoffers tot deze minderheid behoren? Is het waar dat er nog niemand is opgepakt? Bent u bereid om de Koerdische autoriteiten hierop aan te spreken?


X Noot
1

The Assyria Council of Europe (ACE), 15 maart 2012.

X Noot
3

AO Raad Buitenlandse Zaken EU – Gymnich, 7 maart 2012.

X Noot
4

Idem

X Noot
5

Motie van de leden Voordewind, Van der Staaij en Çörüz, 29 juni 2011, Kamerstuk, 32 735, Nr. 10

Naar boven