Vragen van het lid Voortman (GroenLinks) aan de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de indicatie van intramuraal wonende moeders met een verstandelijke beperking (ingezonden 27 maart 2012).

Vraag 1

Bent u ermee bekend dat er moeders met een (licht) verstandelijke beperking wonen in intramurale AWBZ-instellingen samen met hun kind(eren) en dat deze moeders wel een intramurale indicatie hebben en hun kind(eren) veelal niet?

Vraag 2

Op welke wijze worden de extra kosten die AWBZ-instellingen maken om de moeders met een verstandelijke beperking de benodigde ondersteuning te geven in de verzorging en opvoeding van hun kind(eren) aan de AWBZ-instellingen vergoed?

Vraag 3

In hoeverre ondersteunt u het voorstel om de indicatie van vrouwen met een verstandelijke beperking altijd te verhogen naar een hoger Zorgzwaartepakket (ZZP 7) op het moment dat zij moeder worden en ondersteund dienen te worden in de verzorging en opvoeding van hun kind(eren)? Indien niet, welke oplossing ziet u dan?

Vraag 4

Op welke manier en per wanneer gaat u bovengenoemd voorstel nader vormgeven in de indicatiecriteria?

Vraag 5

Bent u ermee bekend dat intramurale instellingen ook de verantwoordelijkheid dragen voor de kinderen die intramuraal bij hun moeders met een verstandelijke beperking wonen ook als deze kinderen zelf geen intramurale AWBZ- indicatie hebben? Hoe kunnen AWBZ- instellingen deze verantwoordelijkheid naar uw mening het beste vormgeven? Wat gaat u doen om AWBZ-instellingen hierin nader te faciliteren?

Vraag 6

Weet u dat de kinderen van moeders met een verstandelijke beperking vaak een reguliere intramurale plaats innemen? Op welke wijze worden AWBZ-instellingen daarin financieel tegemoet gekomen?

Naar boven