Vragen van het lid Jadnanansing (PvdA) aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de reis- en onkostenvergoedingen bij de TU Delft (ingezonden 25 januari 2012).

Vraag 1

Wat bent u van plan te ondernemen naar aanleiding van de berichtgeving over te ruime kostenvergoedingen bij de TU Delft?1 Vraagt u slechts opheldering of volgt er ook actie?

Vraag 2

Deelt u de mening dat het onacceptabel zou zijn als de TU Delft de regeling zodanig oprekt dat de te hoge vergoedingen, door de TU «staande praktijk» genoemd, voortaan onder de regeling zullen vallen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3

Waarom maakt een universiteit meer dan 900 000 euro op aan onkosten en faciliteiten voor drie collegeleden over de periode 2008–2011 en is dat echt nodig? Waaruit bestaan die kosten en faciliteiten precies?

Vraag 4

Bent u het eens met de bewering van de TU Delft dat het opstappen van de decaan los staat van de hoge vergoedingen en/of de berichtgeving daarover? Zo nee, wat is dan het verband daartussen?


X Noot
1

NRC Handelsblad, d.d. 24 januari 2012.

Naar boven