Vragen van het lid Paulus Jansen (SP) aan de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Veiligheid en Justitie over malafide verhuurmakelaars. (ingezonden 10 januari 2012).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht dat makelaars eisen willen stellen aan verhuur»1, en herinnert u zich de antwoorden op schriftelijke vragen over verhuurbemiddeling2 en de recente antwoorden in de nota naar aanleiding van het verslag van de minister van Veiligheid en Justitie op de inbreng van de SP-fractie in het verslag bij de wijziging van de Opiumwet?3

Vraag 2

Staat u positief tegenover het voornemen van een deel van de makelaarsbranche om een keurmerk in te voeren? Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u bereid om ontduiking van het keurmerk onmogelijk te maken door dit algemeen verbindend te verklaren?

Vraag 3

Zou een landelijke vergunningplicht voor verhuurmakelaars een effectief middel kunnen zijn om malafide gedrag in de branche te sanctioneren, zodat daarna langs publiekrechtelijke weg snel opgetreden kan worden tegen een bemiddelaar die in gebreke blijft, terwijl nu de bewoner een lange en kostbare civiele procedure moet voeren op grond van artikel 401, Boek 7, van het Burgerlijk Wetboek?


X Noot
2

Antwoorden op vragen van het lid Jansen d.d. 28 oktober 2009, Tweede Kamer, Aanhangsel bij de Handelingen 2009–2010 nr. 480.

X Noot
3

32 842, nr. 6, pag. 13, d.d. 15 december 2011.

Naar boven