Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

480

Vragen van het lid Jansen (SP) aan de minister voor Wonen, Wijken en Integratie over het bericht dat de vergunning van Direct Wonen in Amsterdam is ingetrokken. (Ingezonden 15 oktober 2009)

1

Wat is uw reactie op het bericht1 dat Direct Wonen moet stoppen met woningbemiddeling in Amsterdam en deelt u de overwegingen van wethouder Gerson?

2

In hoeveel andere gemeenten is Direct Wonen actief? Heeft u reden om aan te nemen dat de overwegingen die in Amsterdam aanleiding waren om de vergunning in te trekken in deze gemeenten niet van toepassing zijn?

3

Kunt u uw standpunt2 onderbouwen dat de handhavingskosten voor gemeenten bij de invoering van een landelijke vergunningplicht voor woningbemiddeling hoger worden dan in de bestaande situatie, waarin iedere gemeente zijn eigen verordening moet vaststellen en handhaven? Heeft u hierbij ook de mogelijkheid bezien om een landelijke vergunning ook landelijk te handhaven en een landelijk meldpunt in te stellen?

4

Bent u bereid uw conclusie over de invoering van een landelijke vergunningplicht voor woning- en kamerbemiddelaars te heroverwegen, naar aanleiding van de casus Direct Wonen?

5

Bent u bereid deze vragen te beantwoorden vóór de behandeling van de begroting Wonen, Wijken en Integratie 2010 in de week van 27 oktober a.s.?

Antwoord

Antwoord van minister Van der Laan (Wonen, Wijken en Integratie) (ontvangen 28 oktober 2009)

1

De Amsterdamse Verordening op de woning- en kamerbemiddelingsbureaus is een goed voorbeeld van de mogelijkheid die gemeenten hebben op grond van hun autonome bevoegdheid op basis van artikel 149 van de Gemeentewet. Amsterdam heeft in deze verordening regels gesteld aan kamerbemiddelingsbureaus. Zij hebben hierbij als vergunningvoorwaarde opgenomen dat de huurprijzen van de woonruimtes waarvoor bemiddeld wordt de maximale huurprijsgrenzen uit het woningwaarderingstelsel niet overschrijden.

De handhaving van deze verordening ligt op gemeentelijk niveau. Wanneer de gemeente Amsterdam constateert dat Direct Wonen de regels uit de genoemde verordening overtreedt zijn de door wethouder Gerson genomen stappen hier een logisch vervolg op.

2

Direct Wonen geeft aan dat zij in 23 steden actief zijn. Invulling en handhaving van gemeentelijke verordeningen vinden plaats op lokaal niveau.

3 en 4

Zoals ik al eerder heb aangegeven ben ik geen voorstander van een landelijke vergunningplicht omdat dit onnodig extra bestuurlijke lasten met zich mee brengt voor alle gemeenten, terwijl het probleem met malafide kamerbemiddelingsbureaus speelt in een beperkt aantal steden met een krappe woningmarkt. De gemeente kan op lokaal moverende redenen besluiten een verordening vaststellen en zal daarbij ook de uitvoerings- en handhavingsconsequenties betrokken hebben. De casus Direct Wonen in Amsterdam heeft mijn standpunt hierin niet gewijzigd. Het bevestigt eerder mijn beeld dat gemeenten lokaal voldoende middelen hebben om malafide kamerbemiddelingsbureaus aan te pakken. Waar nodig kunnen gemeenten ook regionaal samenwerken, zowel bij het stellen van regels voor kamerbemiddelingsbureaus als bij het handhaven hiervan.

5

Ja.


XNoot
1

 NOS.nl, 9 oktober 2009: «Vergunning Direct Wonen in Amsterdam ingetrokken».

XNoot
2

 Kamerstuk 27 926, nr. 137.

Naar boven