Vragen van het lid
Recourt
(PvdA) aan de minister van Veiligheid en Justitie over de voorlopige hechtenis van dhr. R (ingezonden 28 december 2011).
Vraag 1
Bent u bekend met de zaak van dhr. F.W.Chr. R.? Bent u op de hoogte van het feit dat dhr. R. al meer dan vijf jaar in voorlopige
hechtenis zit?
Vraag 2
Deelt u de mening dat met voorlopige hechtenis inbreuk wordt gemaakt op iemands recht op vrijheid nog voordat diens schuld
is vastgesteld? Zo ja, deelt u dan ook de mening dat naarmate die inbreuk langer duurt, de proportionaliteit van die inbreuk
steeds beter moet worden afgewogen ten opzichte van het doel van de voorlopige hechtenis en hoe gebeurt dit dan? Zo nee, waarom
niet?
Vraag 3
Kunt u in algemene zin aangeven op welke wijze de duur van de voorlopige hechtenis wordt gemaximeerd? Hoe wordt in de praktijk
en de jurisprudentie het begrip «ernstige bezwaren tegen de verdachte» (artikel 67, derde lid, Wetboek van Strafvordering)
op grond waarvan voorlopige hechtenis wordt toegepast, uitgelegd?
Vraag 4
Kunt u aangeven hoe de duur van een zeer langdurige voorlopige hechtenis en de daarbij behorende ernstige bezwaren zich tot
de onschuldpresumptie verhouden? Wat is de stand van zaken ten aanzien van de jurisprudentie van het Europees Hof voor de
Rechten van de Mens op dit punt?
Vraag 5
Zijn er landen binnen de Europese Unie waar er een in de wet verankerd absoluut maximum voor de duur van de voorlopige hechtenis
bestaat? Zo ja, welke landen en hoe lang is die duur?
Vraag 6
Acht u het wenselijk in de Nederlandse wet een dergelijk absoluut maximum op te nemen? Zo ja, hoe gaat u dit bewerkstelligen?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 7
Worden er grenzen aan de duur van voorlopige hechtenis gesteld door het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en de
fundamentele vrijheden? Zo ja, welke?
Vraag 8
Is het denkbaar dat in het geval een verdachte zich meer dan vijf jaar in voorlopige hechtenis bevindt, vrijspraak volgt wegens
gebrek aan bewijs?
Vraag 9
Kan de rechter die oordeelt over de vordering tot verlenging van een zeer lange voorlopige hechtenis ook de rechter zijn die
oordeelt over de bewezenverklaring? Zo ja, is de schijn van vooringenomenheid hierbij in het geding?
Vraag 10
Op welke wijze kan de rechter invloed uitoefenen op de omvang en duur van het strafrechtelijk (voor)onderzoek? Zijn er voldoende
instrumenten voor de rechter tot het voeren van regie op deze onderdelen? Heeft de rechter voldoende mogelijkheden om onnodige
vertraging in het proces te voorkomen?
Vraag 11
Deelt u de mening dat verlenging van de voorlopige hechtenis naarmate die langer duurt ook steeds beter dient te worden gemotiveerd
ten opzichte van de verdediging? Zo ja, gebeurt dit in de praktijk ook en waar blijkt dat uit? Zo nee, waarom niet?
Vraag 12
Deelt u de mening dat voor het verlengen van de voorlopige hechtenis tot langer dan enkele jaren er een specifieke motiveringsplicht
zou moeten bestaan die verder gaat dan de algemene motiveringsplicht zoals die nu opgenomen is in artikel 24 van het Wetboek
van Strafvordering? Zo ja, hoe gaat u dit bewerkstelligen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 14
Deelt u de mening dat in het geval de gevangenhouding veelvuldig (en dus voor in totaal zeer lange duur) wordt verlengd, de
rechtsbescherming tekort schiet met de eenmalige mogelijkheid ex artikel 71 Wetboek van Strafvordering tot beroep bij het
gerechtshof? Zo nee, waarom niet? Zo ja, gaat u dit veranderen?