Vragen van het lid Recourt (PvdA) aan de minister van Veiligheid en Justitie over
de voorlopige hechtenis van dhr. R (ingezonden 28 december 2011).
Mededeling van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 16 januari 2012).
Vraag 1
Bent u bekend met de zaak van dhr. F.W.Chr. R.? Bent u op de hoogte van het feit dat
dhr. R. al meer dan vijf jaar in voorlopige hechtenis zit?
Vraag 2
Deelt u de mening dat met voorlopige hechtenis inbreuk wordt gemaakt op iemands recht
op vrijheid nog voordat diens schuld is vastgesteld? Zo ja, deelt u dan ook de mening
dat naarmate die inbreuk langer duurt, de proportionaliteit van die inbreuk steeds
beter moet worden afgewogen ten opzichte van het doel van de voorlopige hechtenis
en hoe gebeurt dit dan? Zo nee, waarom niet?
Vraag 3
Kunt u in algemene zin aangeven op welke wijze de duur van de voorlopige hechtenis
wordt gemaximeerd? Hoe wordt in de praktijk en de jurisprudentie het begrip «ernstige
bezwaren tegen de verdachte» (artikel 67, derde lid, Wetboek van Strafvordering) op
grond waarvan voorlopige hechtenis wordt toegepast, uitgelegd?
Vraag 4
Kunt u aangeven hoe de duur van een zeer langdurige voorlopige hechtenis en de daarbij
behorende ernstige bezwaren zich tot de onschuldpresumptie verhouden? Wat is de stand
van zaken ten aanzien van de jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van
de Mens op dit punt?
Vraag 5
Zijn er landen binnen de Europese Unie waar er een in de wet verankerd absoluut maximum
voor de duur van de voorlopige hechtenis bestaat? Zo ja, welke landen en hoe lang
is die duur?
Vraag 6
Acht u het wenselijk in de Nederlandse wet een dergelijk absoluut maximum op te nemen?
Zo ja, hoe gaat u dit bewerkstelligen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 7
Worden er grenzen aan de duur van voorlopige hechtenis gesteld door het Europees Verdrag
voor de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden? Zo ja, welke?
Vraag 8
Is het denkbaar dat in het geval een verdachte zich meer dan vijf jaar in voorlopige
hechtenis bevindt, vrijspraak volgt wegens gebrek aan bewijs?
Vraag 9
Kan de rechter die oordeelt over de vordering tot verlenging van een zeer lange voorlopige
hechtenis ook de rechter zijn die oordeelt over de bewezenverklaring? Zo ja, is de
schijn van vooringenomenheid hierbij in het geding?
Vraag 10
Op welke wijze kan de rechter invloed uitoefenen op de omvang en duur van het strafrechtelijk
(voor)onderzoek? Zijn er voldoende instrumenten voor de rechter tot het voeren van
regie op deze onderdelen? Heeft de rechter voldoende mogelijkheden om onnodige vertraging
in het proces te voorkomen?
Vraag 11
Deelt u de mening dat verlenging van de voorlopige hechtenis naarmate die langer duurt
ook steeds beter dient te worden gemotiveerd ten opzichte van de verdediging? Zo ja,
gebeurt dit in de praktijk ook en waar blijkt dat uit? Zo nee, waarom niet?
Vraag 12
Deelt u de mening dat voor het verlengen van de voorlopige hechtenis tot langer dan
enkele jaren er een specifieke motiveringsplicht zou moeten bestaan die verder gaat
dan de algemene motiveringsplicht zoals die nu opgenomen is in artikel 24 van het
Wetboek van Strafvordering? Zo ja, hoe gaat u dit bewerkstelligen? Zo nee, waarom
niet?
Vraag 14
Deelt u de mening dat in het geval de gevangenhouding veelvuldig (en dus voor in totaal
zeer lange duur) wordt verlengd, de rechtsbescherming tekort schiet met de eenmalige
mogelijkheid ex artikel 71 Wetboek van Strafvordering tot beroep bij het gerechtshof?
Zo nee, waarom niet? Zo ja, gaat u dit veranderen?
Mededeling
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Recourt (PvdA) van
uw Kamer aan de Minister van Veiligheid en Justitie over de voorlopige hechtenis van
dhr. R (ingezonden 28 december 2011) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden
beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.
Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.