Vragen van het lid
Kuiken
(PvdA) aan de minister van Veiligheid en Justitie over een onderzoek naar het functioneren van het politiekorps Limburg-Zuid
(ingezonden 15 december 2011).
Vraag 1
Kent u het bericht «Limburgs politiekorps volgens onderzoek «intellectueel beperkt» en het u het visitatierapport Politie
Limburg-Zuid van october 2011?
Vraag 2
Deelt u de mening dat de uitkomst van de visitatie van het korps Limburg-Zuid zorgen baart? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom
niet?
Vraag 3
Deelt u de verbazing van de visitatiecommissie over de door die commissie opgetekende vraag van de korpschef of het korps
zich [...] nog veel moet aantrekken van de ontevreden burger? Zo ja, waarom deelt u die verbazing? Wat gaat u doen om de korpschef
te doordringen van het belang om wel naar burgers te luisteren? Zo nee, waarom deelt u deze verbazing niet?
Vraag 4
Is het waar dat het korps Limburg-Zuid geen strategische prioriteit heeft gemaakt van het sturen op vertrouwen van de burger
in de wijken door middel van gebiedsgerichte politiezorg? Zo ja, hoe gaat u als de nationale politie operationeel wordt erop
toezien dat die prioriteit er bij het nieuwe korps wel komt? Zo nee, wat is er dan niet waar aan dat deel van het bericht?
Vraag 5
Deelt u de mening dat het met het oog op de vorming van een nieuwe politieregio in het kader van de Nationale politie van
extra belang is dat de beoogde politiechef ook prioriteit legt bij gebiedsgebonden politiezorg en de mening van burgers daarbij
betrekt? Zo ja, hoe gaat u dit bewerkstelligen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 6
Is er inderdaad sprake van een afrekencultuur binnen het korps Limburg-Zuid? Is er inderdaad sprake van spanning tussen leiding
en uitvoering [...] waardoor verantwoordelijkheid krijgen en nemen aan de basis geen kans krijgt? Zo ja, in hoeverre tast
dit de effectiviteit van het optreden van de politie aan? Zo nee, wat is er dan niet waar?
Vraag 7
Is het waar dat het intellectuele vermogen van het korps gering is? Herkent u de indruk van de visitatiecommissie dat er in
het korps een geringe bereidheid is om nieuwe inzichten een kans te geven? Zo ja, hoe gaat u hier verbetering in aan (laten)
brengen? Zo nee, wat is er dan niet waar?
Vraag 8
Deelt u de mening van de visitatiecommissie «dat het anders moet» bij het korps Limburg-Zuid en dat dat niet zomaar goed gaat
komen? Zo ja, wat gaat u doen om voor verbetering te zorgen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 9
Zegt het feit dat een woordvoerder van korps Limburg-Zuid de voornaamste conclusies van de visitatiecommissie tegenspreekt
vooral iets over het korps of juist iets over de kwaliteit van het werk van de visitatiecommissie?
Vraag 10
Hoe vaak worden in het kader van het evaluatiestelsel kwaliteitszorg bij de Nederlandse politie visitaties bij afzonderlijke
politiekorpsen verricht?
Vraag 11
Wordt u van de uitkomst van deze evaluaties op de hoogte gesteld? Zo ja, wat doet u met deze uitkomsten? Zo nee, waarom niet?
Vraag 12
Geven de uitkomsten van de huidige visitaties u aanleiding om te veronderstellen dat de situatie van het korps Limburg-Zuid
afwijkt van die van andere korpsen? Zo ja, op welke manier wijkt het korps Limburg-Zuid af? Zo nee, gelden de conclusies van
de visitatiecommissie voor Limburg-Zuid dan voor de meeste andere politiekorpsen?
Vraag 13
Hoe gaat de kwaliteit van de tien regiokorpsen van de nationale politie onderzocht worden? Worden de uitkomsten van deze onderzoeken
openbaar?