Vragen van het lid Kuiken (PvdA) aan de minister van Veiligheid en Justitie over een onderzoek naar het functioneren van het politiekorps Limburg-Zuid (ingezonden 15 december 2011).

Antwoord van staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 30 januari 2012). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 1183.

Vraag 1

Kent u het bericht «Limburgs politiekorps volgens onderzoek «intellectueel beperkt» en het u het visitatierapport Politie Limburg-Zuid van october 2011?

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2 en 3

Deelt u de mening dat de uitkomst van de visitatie van het korps Limburg-Zuid zorgen baart? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Deelt u de verbazing van de visitatiecommissie over de door die commissie opgetekende vraag van de korpschef of het korps zich [...] nog veel moet aantrekken van de ontevreden burger? Zo ja, waarom deelt u die verbazing? Wat gaat u doen om de korpschef te doordringen van het belang om wel naar burgers te luisteren? Zo nee, waarom deelt u deze verbazing niet?

Antwoord 2 en 3

In het gesprek met de visitatiecommissie heeft de korpschef gezegd dat de mening van de burger niets zegt over de kwaliteit van de politie en de successen in de criminaliteitsaanpak. Deze opmerking van de korpschef Limburg-Zuid volgde op de vraag van de visitatiecommissie of er vrees bestond voor grote onrust onder de bevolking, die zou kunnen leiden tot Londense rellen of soortgelijke omstandigheden. De opmerking van de korpschef is in dat licht bedoeld. Hij acht de kans daarop nihil.

De korpschef heeft zich ten tijde van het gesprek wel gerealiseerd dat dit ongelukkig was geformuleerd maar heeft zich, zo erkent hij, onvoldoende gerealiseerd dat dit in de media verkeerd kan worden uitgelegd. De korpschef ontkent dus niet dat hij deze woorden heeft gebruikt maar hij heeft het zeker niet zo bedoeld. De Hoofdofficier van Justitie en de korpsbeheerder ondersteunen hem hierin.

Vraag 4 en 5

Is het waar dat het korps Limburg-Zuid geen strategische prioriteit heeft gemaakt van het sturen op vertrouwen van de burger in de wijken door middel van gebiedsgerichte politiezorg? Zo ja, hoe gaat u als de nationale politie operationeel wordt erop toezien dat die prioriteit er bij het nieuwe korps wel komt? Zo nee, wat is er dan niet waar aan dat deel van het bericht?

Deelt u de mening dat het met het oog op de vorming van een nieuwe politieregio in het kader van de Nationale politie van extra belang is dat de beoogde politiechef ook prioriteit legt bij gebiedsgebonden politiezorg en de mening van burgers daarbij betrekt? Zo ja, hoe gaat u dit bewerkstelligen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4 en 5

Het behouden en versterken van vertrouwen van de burger is beleidsmatig verankerd in het beleidsplan van het politiekorps Limburg-Zuid. Dat beleidsplan geldt tot het moment van inwerkingtreding van de nieuwe Politiewet. In andere geverifieerde verantwoordingsinformatie aan mijn departement komt naar voren dat de politie Limburg-Zuid beschikt over een stevige bezetting wijkagenten; hoger dan de norm van 1 op 5 000 inwoners. Ook een verdiepend onderzoek naar het functioneren van het gebiedsgebonden werk in Limburg-Zuid, wijst erop dat de gebiedsgerichte zorg voldoende tot zijn recht komt. Er zijn verbeter- en aandachtspunten, maar in vergelijking met andere politiekorpsen is dit zeker niet matig of slechter.

Verder loopt er een actieprogramma Lokale Besturing Politie, waarvan ik de resultaten zal meenemen bij de inrichting van de nationale politie. In dit programma zijn gemeenten via de VNG, deskundigen, het openbaar ministerie, het Nederlands Genootschap van Burgemeesters en aanstaande regioburgemeesters betrokken. De rol van gemeenten krijgt door de totstandkoming van lokale integrale veiligheidsplannen en de verplichte consultatie van beleidsplannen van de toekomstige 10 territoriale politie-eenheden door gemeenteraden een extra impuls. Het lokaal democratisch gehalte van de politie wordt daarmee versterkt en de invloed of stem van de (vertegenwoordigde) burger wordt wettelijk verankerd.

Vraag 6

Is er inderdaad sprake van een afrekencultuur binnen het korps Limburg-Zuid? Is er inderdaad sprake van spanning tussen leiding en uitvoering [...] waardoor verantwoordelijkheid krijgen en nemen aan de basis geen kans krijgt? Zo ja, in hoeverre tast dit de effectiviteit van het optreden van de politie aan? Zo nee, wat is er dan niet waar?

Antwoord 6

Het korps heeft al langer geleden initiatief genomen om zijn intern functioneren onder de loep te nemen op basis van signalen uit het verleden. Er loopt nu ruim één jaar een proces van interne dialoogvorming over omgang, gewenst gedrag en versterking van het geven en nemen van verantwoordelijkheid door medewerkers en leidinggevenden op alle niveaus. Dit traject wordt met steun van de huidige beheersdriehoek doorgezet.

Vraag 7

Is het waar dat het intellectuele vermogen van het korps gering is? Herkent u de indruk van de visitatiecommissie dat er in het korps een geringe bereidheid is om nieuwe inzichten een kans te geven? Zo ja, hoe gaat u hier verbetering in aan (laten) brengen? Zo nee, wat is er dan niet waar?

Antwoord 7

Ik heb het rapport van de visitatiecommissie gelezen en begrijp dat daarmee wordt gedoeld op het zelflerend vermogen. Men noemt in het rapport bijvoorbeeld het onvermogen van het korps om gericht iets te doen met intelligente waarnemingen op de werkvloer. Het korps erkent dat hier verbetering mogelijk is. Er zijn al initiatieven op dit terrein ontplooid. Het aanvalsplan «Simpel en Eenvoudig» (dat is gestart in 2010) is daar een voorbeeld van. Iedereen binnen het korps mag een idee indienen dat bijdraagt aan het vereenvoudigen van procedures, het verkleinen van de papierberg en het beëindigen van activiteiten die geen prioriteit genieten. De oproep is met groot enthousiasme ontvangen. Enkele tientallen ideeën zijn inmiddels geïmplementeerd.

Het is verder aan de driehoek Limburg-Zuid, om zich over de opmerkingen in het rapport te buigen en hierop desnoods aanvullend op wat al eerder in gang is gezet een verbetering te organiseren. De driehoek heeft zelf om visitatie gevraagd, als toets op en doorzetten van in gang gezette verbetering. Dit is ook het doel, dat ik met kwaliteitsstelsel Nederlandse politie beoog.

Vraag 8

Deelt u de mening van de visitatiecommissie «dat het anders moet» bij het korps Limburg-Zuid en dat dat niet zomaar goed gaat komen? Zo ja, wat gaat u doen om voor verbetering te zorgen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 8

Zie het antwoord op vraag 7.

Vraag 9

Zegt het feit dat een woordvoerder van korps Limburg-Zuid de voornaamste conclusies van de visitatiecommissie tegenspreekt vooral iets over het korps of juist iets over de kwaliteit van het werk van de visitatiecommissie?

Antwoord 9

Ik hecht veel waarde aan het bericht van de korpsbeheerder die aangeeft dat de verbeterpunten uit het visitatierapport stevig zullen worden opgepakt.

Vraag 10

Hoe vaak worden in het kader van het evaluatiestelsel kwaliteitszorg bij de Nederlandse politie visitaties bij afzonderlijke politiekorpsen verricht?

Antwoord 10

Conform het besluit Kwaliteitszorg politie dd. 24 juni 1999. Stb 288 dient elk korps kwaliteitzorg in te voeren. De kwaliteitszorg omvat de systematische bewaking, beheersing en verbetering van de kwaliteit van de taakuitvoering, de resultaten en het beheer van het politiekorps. Korpsen doorlopen in het kader van het evaluatiestelsel van de kwaliteitszorg een cyclus van periodieke zelfevaluaties, korpsonderzoeken en eens in de vier jaar een externe visitatie.

Vraag 11

Wordt u van de uitkomst van deze evaluaties op de hoogte gesteld? Zo ja, wat doet u met deze uitkomsten? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 11

Ik krijg de rapporten van de externe visitatiecommissie, samen met de resultaten van het korpsonderzoek en de visie van de korpsbeheerder op het visitatierapport altijd aangeboden. De korpsen nemen voorts in hun beleidsplan en jaarverslagen op of en zo ja welke maatregelen als gevolg van het onderzoek en visitatie zijn genomen of zullen worden genomen.

Vraag 12

Geven de uitkomsten van de huidige visitaties u aanleiding om te veronderstellen dat de situatie van het korps Limburg-Zuid afwijkt van die van andere korpsen? Zo ja, op welke manier wijkt het korps Limburg-Zuid af? Zo nee, gelden de conclusies van de visitatiecommissie voor Limburg-Zuid dan voor de meeste andere politiekorpsen?

Antwoord 12

Visitatierapporten zijn in essentie niet bedoeld om vergelijkingen te trekken, maar om zelfontwikkeling van politieorganisaties te stimuleren.

Vraag 13

Hoe gaat de kwaliteit van de tien regiokorpsen van de nationale politie onderzocht worden? Worden de uitkomsten van deze onderzoeken openbaar?

Antwoord 13

Voor de nationale politie zal kwaliteitszorg binnen het landelijke korps een belangrijk onderwerp zijn. Op welke wijze de kwaliteitszorg door de nationale politie vorm wordt gegegeven, wordt thans nader uitgewerkt. Evenals in de huidige situatie blijft de Inspectie OOV toezicht houden op de kwaliteit van de politie.

Naar boven