Vragen van de leden Knops (CDA) en Van Nieuwenhuizen (VVD) aan de minister voor Immigratie en Asiel over de Iraakse regering die niet langer wil meewerken aan gedwongen terugkeer van uitgeprocedeerde asielzoekers uit Nederland en andere Europese landen (ingezonden 1 december 2011).

Vraag 1

Waarom wil de Iraakse regering niet langer meewerken aan gedwongen terugkeer van uitgeprocedeerde asielzoekers uit Nederland en andere Europese landen?

Vraag 2

Welke (nieuwe) eisen stelt de Iraakse regering thans aan gedwongen terugkeer? Zijn die eisen voor Nederland acceptabel?

Vraag 3

Is er naar uw oordeel een rechtvaardiging voor een andere behandeling van vrijwillig ten opzichte van gedwongen terugkerende Iraakse asielzoekers?

Vraag 4

In geval de Iraakse autoriteiten thans stellen dat terugkerende Iraakse asielzoekers moeten beschikken over een paspoort of een laissez-passer, is de Iraakse diplomatieke vertegenwoordiging dan bereid om aan het verstrekken van laissez-passers voortvarend, met zo min mogelijk bureaucratie en tijdverlies, mee te werken?

Vraag 5

Klopt het dat Zweden, Denemarken, Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk destijds een Memorandum of Understanding (MoU) over terugkeer van Iraakse asielzoekers met de Iraakse federale regering zijn overeengekomen?

Vraag 6

Zien deze MoU’s ook op gedwongen terugkeer?

Vraag 7

Heeft op basis van deze MoU’s (gedwongen) terugkeer naar Irak plaats gehad en gebeurt dit thans niet meer?

Vraag 8

Herinnert u zich de door de Kamer aangenomen motie Knops c.s.1, waarin onder andere werd gevraagd om sancties tegen landen die onvoldoende meewerken aan het terugnemen van hun onderdanen?

Vraag 9

Welke contacten, middelen, waaronder eventuele sancties, gaat Nederland, al dan niet in gezamenlijk Europees verband, inzetten om ervoor te zorgen dat Irak ook bij gedwongen terugkeer zal voldoen aan de verplichting om eigen onderdanen terug te nemen?


X Noot
1

Kamerstuk 33 000-VII, nr. 42.

Naar boven