Vragen van de leden Knops (CDA) en Van Nieuwenhuizen (VVD) aan de minister voor Immigratie en Asiel over de Iraakse regering die niet langer wil meewerken aan gedwongen terugkeer van uitgeprocedeerde asielzoekers uit Nederland en andere Europese landen (ingezonden 1 december 2011).

Antwoord van minister Leers (Immigratie, Integratie en Asiel) (ontvangen 24 januari 2012) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 1041.

Inleiding

Antwoorden van de minister voor Immigratie, Integratie en Asiel op vragen van de leden Knops (CDA) en Van Nieuwenhuizen (VVD) over de Iraakse regering die niet langer wil meewerken aan gedwongen terugkeer van uitgeprocedeerde asielzoekers uit Nederland en andere Europese landen. (ingezonden 1 december 2011)

Vraag 1

Waarom wil de Iraakse regering niet langer meewerken aan gedwongen terugkeer van uitgeprocedeerde asielzoekers uit Nederland en andere Europese landen?

Antwoord 1

Irak accepteert in het algemeen nog steeds gedwongen terugkeer van Iraakse onderdanen, maar heeft de voorwaarden waaronder dit plaatsvindt, aangepast. Ik ben in gesprek met de Iraakse autoriteiten over de reden van het niet langer terugnemen van Irakezen op basis van een zogenaamde EU-staat.

Vraag 2

Welke (nieuwe) eisen stelt de Iraakse regering thans aan gedwongen terugkeer? Zijn die eisen voor Nederland acceptabel?

Antwoord 2

Gedwongen terugkeer kan alleen plaatsvinden met behulp van een reisdocument (paspoort of een laissez-passer). Gedwongen terugkeer van Irakezen die niet in het bezit zijn van een paspoort of laissez-passer kan op dit moment niet plaatsvinden. Nederland is hierover met Irak in gesprek, omdat dit betekent dat Nederland, als vreemdelingen niet zelfstandig vertrekken, een groot deel van de Iraakse vreemdelingen niet kan uitzetten omdat veel Irakezen geen paspoort hebben en Irak tot op heden geen (vervangende) reisdocumenten verstrekt ten behoeve van gedwongen terugkeer.

Vraag 3

Is er naar uw oordeel een rechtvaardiging voor een andere behandeling van vrijwillig ten opzichte van gedwongen terugkerende Iraakse asielzoekers?

Antwoord 3

Nee, het is een volkenrechtelijk uitgangspunt dat landen hun eigen onderdanen terugnemen, ook bij gedwongen terugkeer. Dat neemt niet weg dat van Iraakse vreemdelingen verwacht mag worden dat ze zelfstandig terugkeren, omdat vrijwillige terugkeer mogelijk is.

Vraag 4

In geval de Iraakse autoriteiten thans stellen dat terugkerende Iraakse asielzoekers moeten beschikken over een paspoort of een laissez-passer, is de Iraakse diplomatieke vertegenwoordiging dan bereid om aan het verstrekken van laissez-passers voortvarend, met zo min mogelijk bureaucratie en tijdverlies, mee te werken?

Antwoord 4

De Iraakse vertegenwoordiging verstrekt vooralsnog uitsluitend laissez-passers aan Irakezen die aangeven vrijwillig te willen terugkeren. Ik voer intensief overleg met de Iraakse autoriteiten over de mogelijkheden van gedwongen terugkeer.

Vraag 5, 6 en 7

Klopt het dat Zweden, Denemarken, Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk destijds een Memorandum of Understanding (MoU) over terugkeer van Iraakse asielzoekers met de Iraakse federale regering zijn overeengekomen?

Zien deze MoU’s ook op gedwongen terugkeer?

Heeft op basis van deze MoU’s (gedwongen) terugkeer naar Irak plaats gehad en gebeurt dit thans niet meer?

Antwoord 5, 6 en 7

Denemarken heeft met de Iraakse autoriteiten een MoU gesloten over terugkeer dat ziet op zowel zelfstandige als gedwongen terugkeer. Op basis van het MoU heeft terugkeer plaatsgevonden. Ook het Verenigd Koninkrijk en Noorwegen hebben een MoU op basis waarvan gedwongen terugkeer plaatsvond. Denemarken, Zweden en het Verenigd Koninkrijk hebben laten weten dat nog niet duidelijk is welke gevolgen het bericht van de Iraakse immigratieautoriteiten heeft voor de bepalingen in het MoU. Van Noorwegen is op dit punt geen nadere informatie ontvangen.

Vraag 8

Herinnert u zich de door de Kamer aangenomen motie Knops c.s.1, waarin onder andere werd gevraagd om sancties tegen landen die onvoldoende meewerken aan het terugnemen van hun onderdanen?

Antwoord 8

Ja. Uw Kamer is over de uitvoering van deze motie geïnformeerd in de kamerbrief «Moties aangenomen bij Vaststelling van de begrotingsstaten van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2012 (inclusief de onderdelen integratie en volkshuisvesting)» d.d. 15 december 2011.2

Vraag 9

Welke contacten, middelen, waaronder eventuele sancties, gaat Nederland, al dan niet in gezamenlijk Europees verband, inzetten om ervoor te zorgen dat Irak ook bij gedwongen terugkeer zal voldoen aan de verplichting om eigen onderdanen terug te nemen?

Antwoord 9

Ik heb met de Iraakse ambassadeur in Nederland gesproken over de ontstane situatie en over mogelijkheden om de gedwongen terugkeer van ongedocumenteerde vreemdelingen te effectueren. Daarbij heb ik benadrukt dat Nederland de samenwerking met Irak op het gebied van terugkeer beschouwt als integraal onderdeel van de bilaterale betrekkingen. Nederland is daarom bereid om met Irak afspraken te maken over terugkeer in breder verband. Hierbij zal welwillend worden gekeken naar eventuele wensen van Iraakse zijde. De ambassadeur heeft toegezegd zich met deze boodschap tot zijn autoriteiten in Bagdad te wenden en zich in te spannen om tot een oplossing te komen. Ook de Nederlandse ambassadeur in Bagdad heeft de urgentie om tot een oplossing te komen onder de aandacht gebracht van de Iraakse autoriteiten. Als resultaat uitblijft, is Nederland ook bereid om te bezien of sancties effectief zijn.

Verder heeft de Raad van de Europese Unie op 22 december 2011 ingestemd met ondertekening van de Partnerschaps- en Samenwerkingovereenkomst met Irak. Deze overeenkomst zal afspraken bevatten over de samenwerking inzake migratie en asiel. Onderdeel daarvan zijn bepalingen waarin de verdragspartijen overeenkomen hun illegaal verblijvende onderdanen terug te nemen.


X Noot
1

Kamerstuk 33 000-VII, nr. 42.

X Noot
2

Kamerstukken II, 2011/12, 33 000-VII, nr. 108.

Naar boven