Vragen van de leden Hernandez en Lucassen (beiden PVV) aan de ministers van Defensie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht dat Nederlandse militairen en hun familieleden doodsbang zijn voor lokale criminele Antillianen op Curaçao (ingezonden 7 oktober 2011).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Marine Curaçao siddert voor criminelen?»1

Vraag 2

Deelt u de mening dat het de omgekeerde wereld is dat onze Nederlandse militairen en hun familieleden doodsbang zijn voor lokale criminelen, die zich met hun gewelddadige gedrag richten op weerloze schoolgaande Nederlandse jongeren en hondsbrutaal op klaarlichte dag woningen overvallen van hardwerkende militairen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3

Is het waar dat deze inbraken door Antillianen al jarenlang plaatsvinden, steeds vaker voorkomen en steeds gewelddadiger van aard worden? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Kunt u uiteenzetten of er een verband bestaat tussen dit stijgende aantal roofovervallen die specifiek op Nederlanders gericht zijn en de toegenomen haat van de lokale bevolking ten opzichte van de macamba’s, de blanke Nederlanders? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Zijn de getroffen maatregelen van structurele aard en zijn ze afdoende om de veiligheid van onze militairen en hun gezinnen te garanderen? Zo nee, wat gaat u eraan doen om er alsnog voor te zorgen dat onze militairen en hun gezinnen zich veilig voelen?

Vraag 6

Kunt u uiteenzetten of er voldoende medewerking is van de lokale autoriteiten ten opzichte van de grotere rol voor de Koninklijke Marechaussee? Zo nee, waarom niet?

Vraag 7

Kunt u nader ingaan op de situatie op Aruba, waar Nederlandse militairen en hun gezinnen ook in toenemende mate te maken krijgen met criminelen? Op welke wijze worden deze gezinnen beschermd tegen dit misdadige tuig?


X Noot
1

Telegraaf, 6 oktober, pagina 11.

Naar boven