Vragen van het lid Pechtold (D66) aan de minister van Buitenlandse Zaken over de Nederlandse bijdrage aan de toekomst van Libië (ingezonden 23 augustus 2011).

Vraag 1

Kunt u aangeven welke concrete invulling u wilt en kunt geven om in NAVO-, EU- en VN-verband Libië «de democratische transitie zorgvuldig vorm te geven», nu het einde van het Qadaffi-regime in zicht lijkt?1

Vraag 2

Kunt u een stappenplan schetsen met scenario's ter uitvoering van de motie Pechtold c.s.2 waarin de regering wordt verzocht «om na beëindiging van het huidige gewapend conflict te komen tot een duurzame politieke oplossing die vrede, vrijheid en democratie voor de Libische bevolking realiseert»?

Vraag 3

Op welke manier zal Nederland zich ten aanzien van Libië in EU-verband inzetten voor meer samenwerking met de Afrikaanse Unie en de Arabische Liga?

Vraag 4

Verwacht u meer mogelijkheden voor Nederland om bevroren geld van het Libische regime te ontdooien, en daarmee de Libische bevolking bijvoorbeeld met noodhulp te steunen? Zo nee, kunt u het sanctiecomité van de VN aansporen deze mogelijkheid aan Nederland en andere landen te geven?

Vraag 5

Op welke manier zet u zich in om berechting door het Internationaal Strafhof van alle Libische verdachten mogelijk te maken?

Vraag 6

Bent u, vanwege de urgentie van de actuele situatie in Libië, bereid deze vragen binnen 72 uur te beantwoorden?


X Noot
1

Nieuwsbericht Ministerie van Buitenlandse Zaken, «Minister Rosenthal: Qadaffi moet strijd nu staken», 22 augustus 2011.

X Noot
2

Kamerstuk 32 623, nr 20.

Naar boven