Vragen van de leden Spekman (PvdA) en Gesthuizen (SP) aan de minister voor Immigratie en Asiel over de open brief van de Afghaanse ambassadeur over het uitzetten van Afghaanse vreemdelingen (ingezonden 11 augustus 2011).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de open brief van de Afghaanse ambassadeur in Nederland over het uitzetten van uitgeprocedeerde Afghaanse vreemdelingen naar Afghanistan? Wat is uw reactie op deze brief?

Vraag 2

Is het waar dat de Afghaanse ambassadeur u verzoekt zich aan te sluiten bij de burgemeester van Coevorden en het Afghaanse gezin uit Aalden met de twee kinderen van 9 en 11 jaar niet uit te zetten naar Afghanistan? Zo ja, ben u desondanks van mening dat de Afghaanse autoriteiten bereid zijn mee te werken aan de mogelijke terugkeer van het gezin? Kunt u dit toelichten?

Vraag 3

Wat is de consequentie van deze brief voor het terugkeerbeleid van uitgeprocedeerde Afghaanse vreemdelingen, nu de ambassadeur zelf schrijft dat in Afghanistan nog niet voldoende toegerust is om alle Afghanen, onder meer op de terreinen van gezondheidszorg en huisvesting, adequate voorzieningen te bieden?

Vraag 4

Moet de brief van de ambassadeur zo worden gelezen dat hij van mening is dat, op basis van het genoemde Memorandum of Understanding, Afghaanse vreemdelingen slechts mogen worden teruggestuurd naar Afghanistan als zij daar zelf, vrijwillig, toe bereid zijn? Kunt u dit toelichten? Hoe duidt u deze opmerking?

Vraag 5

Heeft deze brief van de ambassadeur gevolgen voor de relatie tussen Nederland en Afghanistan, bijvoorbeeld voor de politietrainingsmissie die Nederland uitvoert in Afghanistan? Kunt u dit toelichten?

Naar boven