Vragen van het lid Wolbert (PvdA) aan de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de Rotterdamse pgb-fraudezaak (ingezonden 20 juli 2011).

Vraag 1

Kent u het artikel waarin de werkwijze van de Rotterdamse en Eindhovense psychiaters, die verdacht worden van pgb fraude, wordt beschreven?1

Vraag 2

Hoe kan het zijn gebeurd dat het zorgkantoor niet heeft gezien dat de opgegeven hulpverleners niet bestaan? Heeft het zorgkantoor de gegevens niet gecheckt of is het voor het zorgkantoor in algemene zin onmogelijk dergelijke gegevens na te trekken? Is er een andere reden waarom het zorgkantoor de fraude niet heeft gesignaleerd?

Vraag 3

Nu de rechtbank voortzetting van het misbruik niet ondenkbaar maar de verdachten voorlopig heeft vrijgelaten en enkelen alweer aan het werk zijn in de zorg, heeft u maatregelen getroffen om via de zorgkantoren of anderszins, mogelijke voortzetting van malversaties onmiddellijk te signaleren? Hoe zien die maatregelen eruit?  Zijn de maatregelen sneller effectief dan de werkwijze tot nu toe?

Vraag 4

Bent u in overleg over het omgaan met het medisch beroepsgeheim, dat een goede rechtshandhaving soms lijkt te belemmeren?  Had het zorgkantoor wél de dossiers mogen gebruiken in de controle op de pgb uitgaven van betreffende budgethouders?

Vraag 5

Zou het verplicht opstellen van een zorgplan als voorwaarde voor een pgb in deze zaak de fraude voorkomen hebben?


X Noot
1

Volkskrant 19 juli 2011, pag. 10.

Naar boven