Vragen van de leden Eijsink en Timmermans (beiden PvdA) aan de minister van Defensie over de artikelen «Kerntaak infanterist is vechten» en «Officieren: we waren te passief. Nederland heeft militaire kansen laten liggen in Uruzgan» (ingezonden 14 juli 2011).

Vraag 1

Bent u bekend met de artikelen «Officieren: we waren te passief Nederland heeft militaire kansen laten liggen in Uruzgan» en «Kerntaak infanterist is vechten»?1

Vraag 2

Bent u van mening dat de voorgestelde terugkeer naar het militaire vak (focus op gevechtstaken) botst met de 3D benadering? Zo ja, kunt u uiteenzetten hoe het Nederlandse beleid ten aanzien van de 3D benadering zal veranderen? Zo nee, waarom is dit niet het geval?

Vraag 3

Onderschrijft u de mening van de Vereniging van Infanterie Officieren (VIO) dat er in Uruzgan militaire kansen zijn blijven liggen doordat er te passief opgetreden is? Zo ja, om welke kansen gaat het?

Vraag 4

Heeft de krijgsmacht in Afghanistan gebruik gemaakt van opdracht gericht leiderschap of heeft een verschuiving plaatsgevonden naar restrictief leiderschap?

Vraag 5

Klopt het dat de Australische commandant toentertijd in de samenwerking met de Nederlandse commandant heeft aangegeven dat een offensiever optreden nodig was ten einde tot resultaten te komen?

Vraag 6

Klopt het dat de Australische special forces niet onder de Nederlandse commandostructuur zijn geplaatst vanwege de eerder genoemde restrictieve houding van de Nederlanders?


X Noot
1

Volkskrant 13 juli 2011.

Naar boven