Vragen van het lid
Lucassen
(PVV) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht: «Donner: Geen onderzoek naar regering
Curaçao» (ingezonden 28 juni 2011).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de inhoud van het bericht: «Donner: Geen onderzoek naar regering Curaçao»?1
Vraag 2
Klopt het dat de Nederlandse regering een onderzoek laat uitvoeren naar de integriteit van de Centrale Bank van Curaçao en
Sint Maarten en haar directeur?
Vraag 3
Klopt het dat de Nederlandse regering wil dat een onafhankelijke commissie het onderzoek gaat uitvoeren? Wie zullen zitting
nemen in die commissie? Welke bevoegdheden krijgt deze commissie?
Vraag 4
Wat is volgens u de aanleiding voor dit onderzoek? Op basis van welke wet of regeling is de Nederlandse regering dan wel de
Rijksministerraad bevoegd een dergelijk onderzoek te laten uitvoeren?
Vraag 5
Deelt u de mening dat als kabinetsleden of hoge functionarissen met een publieke taak corrupt blijken, de deugdelijkheid van
bestuur in het geding is? Zo nee, wanneer is volgens u de deugdelijkheid van bestuur dan wel in het geding?
Vraag 6
Deelt u de mening dat, als de deugdelijkheid van bestuur in het geding is, de Nederlandse regering dan wel de Rijksministerraad
op grond van artikel 43 tweede lid van het Statuut voor het Koninkrijk gehouden is in te grijpen? Is ingrijpen op grond van
dit artikel in deze situatie aan de orde? Zo nee, waarom niet?
Vraag 7
Gaat deze commissie onderzoek verrichten naar de beschuldigingen van fraude aan het adres van de directeur van de centralebank?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 8
Klopt het dat deze commissie geen onderzoek gaat verrichten naar de beschuldigingen van corruptie aan het adres van verschillende
leden van het kabinet-Schotte? Waarom niet?
Vraag 9
Welke invloed heeft de regering van Curaçao gehad op de besluitvorming rondom dit onderzoek? Heeft de regering van Curaçao
eisen gesteld aan de uitvoering van dit onderzoek? Zo ja, welke eisen?
Vraag 10
Hoe gaat de regering de onafhankelijkheid van de commissie waarborgen?
Vraag 11
In het artikel wordt gesteld dat volgens de minister «de integriteit van verschillende instituties» moet worden onderzocht.
Welke instituties bedoelt u?
Vraag 12
Bent u van mening dat door de beschuldigingen van corruptie ook de integriteit van (leden van) de regering van Curaçao ter
discussie staat?
Vraag 13
Bent u van mening dat er een onafhankelijk onderzoek moet komen naar deze ernstige beschuldigingen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 14
Deelt u mening dat onderzoek naar dergelijke strafbare feiten bij uitstek de taak is van de Rijksrecherche, met name gezien
haar speciale taak en onafhankelijke positie?
Vraag 15
Deelt u de mening dat een onderzoek door de Rijksrecherche de voorkeur verdient boven een onderzoek door de lokale opsporingsdiensten,
juist om het vertrouwen te herstellen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 16
Heeft de regering van Curaçao verzocht om deze beschuldigingen door de Rijksrecherche te laten onderzoeken?
Vraag 17
Heeft de Nederlandse regering dan wel de Rijksministerraad overwogen het onderzoek door de Rijksrecherche te laten uitvoeren?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 18
Bent u bereid om binnen de Rijksministerraad alsnog aan te dringen op een onderzoek door de Rijksrecherche en hiervoor draagvlak
te verwerven? Zo nee, waarom niet?
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Van Dam (PvdA), ingezonden 23 juni 2011 (vraagnummer
2011Z13755)
X Noot
1 Donner: Geen onderzoek naar regering Curaçao – Binnenland | Het laatste nieuws uit Nederland leest u op Telegraaf.nl [binnenland].