Vragen van het lid Pechtold (D66) aan de minister van Buitenlandse Zaken over het Nederlandse optreden ten aanzien van de huidige situatie in Syrië (ingezonden 26 april 2011).

Vraag 1

Wat is uw reactie op de handelingen van de Syrische veiligheidstroepen in verschillende steden, waaronder Deraa en Jabla?

Vraag 2

Welke concrete handelingen heeft u genomen in reactie op deze acties? Welke rol speelt het Europese hulpprogramma in uw visie?

Vraag 3

Heeft u aangedrongen bij de Hoge Vertegenwoordiger van de Europese Unie Ashton, om gerichte sancties in te stellen, zoals het bevriezen van tegoeden, reisverboden en een wapenembargo? Zo nee, bent u bereid dit alsnog te doen?

Vraag 4

Op welke manier zult u, ook in EU- en VN-verband, samenwerken met Turkije om het Syrische regime een halt toe te roepen?

Vraag 5

Heeft u opgeroepen tot een buitengewone zitting van de VN-Mensenrechtenraad om de situatie in Syrië, maar ook in Bahrein en Jemen te bespreken? Zo nee, bent u bereid dit alsnog te doen?

Vraag 6

Heeft u de Syrische autoriteiten klemmend verzocht om internationale waarnemers en journalisten in Syrië toe te laten? Zo nee, wanneer zal dit gebeuren?

Vraag 7

Is de EU in staat actief bij te dragen aan de toegang van de Syrische bevolking tot nieuwsbronnen, waaronder het internet? Zo ja, of welke manier draagt Nederland hieraan bij?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Ormel (CDA), ingezonden 26 april 2011 (vraagnummer 2011Z08824).

Naar boven