Vragen van het lid Pechtold (D66) aan de minister van Buitenlandse Zaken over het Nederlandse optreden ten aanzien van de huidige situatie in Syrië (ingezonden 26 april 2011).

Antwoord van minister Rosenthal (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 19 mei 2011)

Vraag 1

Wat is uw reactie op de handelingen van de Syrische veiligheidstroepen in verschillende steden, waaronder Deraa en Jabla?

Antwoord 1

Ik ben geschokt over het gewelddadige optreden van de Syrische autoriteiten tegen betogers.

Vraag 2 en 3

Welke concrete handelingen heeft u genomen in reactie op deze acties? Welke rol speelt het Europese hulpprogramma in uw visie?

Heeft u aangedrongen bij de Hoge Vertegenwoordiger van de Europese Unie Ashton, om gerichte sancties in te stellen, zoals het bevriezen van tegoeden, reisverboden en een wapenembargo? Zo nee, bent u bereid dit alsnog te doen?

Antwoord 2 en 3

Ja, ik heb zowel mondeling als schriftelijk de volgende maatregelen voorgesteld:

  • 1) Opschorting van het officiële EU-hulpprogramma met de Syrische autoriteiten en proces naar het EU-associatieakkoord (v.w.b. het hulpprogramma dient de opschorting alleen de relatie met de overheid te raken).

  • 2) Sancties tegen verantwoordelijken van het geweld en instelling van een wapenembargo.

  • 3) Agendering van de situatie in de VNVR en de VN-Mensenrechtenraad.

  • 4) Voorkomen dat Syrië gekozen wordt in de VN-Mensenrechtenraad.

De VN-Mensenrechtenraad heeft het optreden van Syrië veroordeeld en opgeroepen tot een «fact-finding»-missie van het Hoge Commissariaat voor de Mensenrechten. De EU heeft inmiddels een wapenembargo en een verbod op de uitvoer van goederen bestemd voor interne repressie ingesteld. In haar verklaring van 29 april jl. kondigde de Hoge Vertegenwoordiger aan dat naast het nemen van aanvullende maatregelen, de EU het proces naar het Associatie-Akkoord opschort en het hulpprogramma tegen het licht zal houden. In haar verklaring van 9 mei kondigde de HV aan dat besloten was tot het instellen van een bevriezing van tegoeden en een reisverbod tegen 13 personen die verantwoordelijk gehouden kunnen worden voor het gewelddadig optreden van de autoriteiten tegen demonstranten.

Vraag 4

Op welke manier zult u, ook in EU- en VN-verband, samenwerken met Turkije om het Syrische regime een halt toe te roepen?

Antwoord 4

Ik ben van mening dat de inspanningen van de EU en Turkije elkaar in de regio kunnen versterken. Zo riep de Turkse premier Erdoğan het Syrische regime onlangs onder meer op tot onverwijlde democratisering. Gegeven de goede contacten van Turkije met de Syrische regering, is het van belang waar mogelijk – ook in EU- en VN-verband – gezamenlijk op te trekken. In elk geval blijven de regionale ontwikkelingen in consultaties met de Turkse regering aan de orde komen.

Vraag 5

Heeft u opgeroepen tot een buitengewone zitting van de VN-Mensenrechtenraad om de situatie in Syrië, maar ook in Bahrein en Jemen te bespreken? Zo nee, bent u bereid dit alsnog te doen?

Antwoord 5

Deze buitengewone zitting heeft op initiatief van de VS en met steun van Nederland, reeds plaatsgevonden, met de uitkomst zoals geschetst in het antwoord op vraag 2.

Vraag 6 en 7

Heeft u de Syrische autoriteiten klemmend verzocht om internationale waarnemers en journalisten in Syrië toe te laten? Zo nee, wanneer zal dit gebeuren?

Is de EU in staat actief bij te dragen aan de toegang van de Syrische bevolking tot nieuwsbronnen, waaronder het internet? Zo ja, of welke manier draagt Nederland hieraan bij?

Antwoord 6 en 7

De HV heeft namens de EU bij herhaling bij de Syrische autoriteiten er op aangedrongen zorg te dragen voor «free access of the media», laatstelijk nog in haar verklaring van 29 april jl. Nederland zal zich in de relevante fora ervoor blijven inzetten dat de druk op de Syrische regering terzake hoog wordt gehouden.

Naar boven