Vragen van de leden Voordewind (ChristenUnie), Van der Staaij (SGP) en Ormel (CDA) aan de minister van Buitenlandse Zaken over het Goldstone-rapport (ingezonden 7 april 2011).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het artikel «Reconsidering the Goldstone Report on Israel and war crimes»?1

Vraag 2

Wat is uw reactie op het artikel van de jurist Goldstone waarin hij verklaart, met de kennis van nu, een andere mening te zijn toegedaan over het handelen van Israël, namelijk dat het Israëlische leger niet doelgericht burgers heeft gedood tijdens de militaire operatie «Cast Lead»?

Vraag 3

Deelt u de conclusie van de heer Goldstone dat Israël, in tegenstelling tot Hamas, de in het Goldstone-rapport geponeerde aantijgingen («mogelijke schending van humanitair oorlogsrecht en/of het plegen van oorlogsmisdrijven»), die door het kabinet eerder zijn gekwalificeerd  als zijnde «ernstig en verontrustend», grondig heeft onderzocht? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Deelt u de mening dat de suggestie die in het Goldstone rapport is gewekt namelijk dat Israël mogelijk schuldig is aan schendingen van het humanitair oorlogsrecht en/of schuldig zou zijn aan oorlogsmisdrijven voorbarig en buitengewoon schadelijk is geweest voor de internationale reputatie van Israël? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Bent u kabinet bereid om in zowel in EU als VN-verband aan te dringen op eerherstel door verwerping van de conclusies van het Goldstone-rapport aangezien de jurist Goldstone zelf niet meer achter de bevindingen van zijn rapport staat? Zo nee, waarom niet?


X Noot
1

Washington Post, 1 april 2011.

Naar boven