Vragen van het lid
Bouwmeester
(PvdA) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over ADHD in Nederland (ingezonden 17 februari 2011).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het rapport «ADHD in Nederland; Kinderen verdienen beter; een oproep voor een gezonde aanpak van
de ADHD-epidemie» van de Stichting Nederlands Comité voor de Rechten van de Mens?1 Bent u bereid uw reactie op dit rapport vóór 1 april 2011 aan de Kamer te zenden?
Vraag 2
Wat is uw mening ten aanzien van het feit dat het geneesmiddelengebruik bij ADHD in Nederland sterk is toegenomen de laatste
jaren?2
Vraag 3
Wat is uw mening over de uitspraak van Dr. Allen Frances, voorzitter van de taskforce die de huidige versie van de Diagnostic
and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM-IV) tot stand bracht, dat de definitie die opgesteld werd voor ADHD heeft
geleid tot een onbedoelde groep patiënten met dit etiket, die wellicht beter af zouden zijn buiten het gezondheidszorgsysteem?
Welke gevolgen zou dit kunnen hebben voor de behandeling van kinderen met ADHD?
Vraag 4
Deelt u de mening dat richtlijnen en protocollen beïnvloed kunnen worden door verschillende belangen en dat de overheid alert
moet zijn op de belangen die spelen, zoals die van de farmaceutische industrie? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet?
Vraag 5
Wanneer wordt de aangenomen motie Arib (inzake een wettelijke regeling voor een register waarin de banden tussen farmaceutische
bedrijven en artsen/onderzoekers) uitgevoerd?3
Vraag 6
Bent u op de hoogte van de ernst van de bijwerkingen van geneesmiddelen die nu als standaardtherapie worden gegeven aan kinderen
met ADHD? Bent u er van overtuigd dat de huidige behandelrichtlijnen, waarin medicatie op de eerste plaats staat, verantwoord
zijn in het licht van de ernst van de bijwerkingen?
Vraag 7
In hoeverre worden in Nederland gebruikers van methylfenidaat bevattende medicijnen gecontroleerd op de door de European Medicines
Agency, de Europese Commissie, de Food and Drug Administration van de VS, de International Narcotics Control Board en door
het Kinderrechten Comité van de VN aangegeven waarschuwingen?
Vraag 8
Bent u op de hoogte van het feit dat het Bundesinstitut für Arzneimittel und Medizinprodukte (BfArM) op 16 september 2010
de goedkeuring voor methylfenidaatbevattende middelen in Rheinland Pfalz heeft beperkt en de Gemeinsame Bundesausschuss op
1 december 2010 nieuwe regels uitgaf om de mogelijkheid om psychostimulantia voor te schrijven verder te beperken? Wat is
hierover uw mening?
Vraag 9
Welke andere dan medicamenteuze behandelingen voor ADHD zijn mogelijk in Nederland? In hoeverre wordt van deze behandelingen
gebruik gemaakt? In hoeverre wordt van deze behandelingen gebruik gemaakt voordat overgegaan wordt tot medicamenteuze therapie?
Vraag 10
Bent u op de hoogte van het onderzoek van mevrouw Pelsser4 dat bewijst dat met behulp van een dieet en een goede begeleiding van ouders ADHD bij 78% van de kinderen kan verdwijnen?
Welke gevolgen dient dit onderzoek naar uw mening te hebben voor de behandeling van ADHD?
Vraag 11
Bent u van mening dat in Nederland voldoende wordt gekeken naar alternatieven voor medicamenteuze behandeling van ADHD? Zo
nee, wat kunt u doen om dit te veranderen?
Vraag 12
Deelt u de mening dat critici van de huidige behandeling van ADHD met geneesmiddelen onvoldoende serieus genomen worden en
onvoldoende invloed hebben op de behandeling? Zo ja, vind u dit terecht? Zo nee, hoe wilt u dit veranderen?
Vraag 13
Kunt u van elk van de in het rapport genoemde aanbevelingen aangeven in hoeverre u deze aanbeveling zinnig vindt, in hoeverre
de aanbeveling nu al in de praktijk wordt gebracht en of, hoe en wanneer u de aanbeveling gaat overnemen en implementeren?
XNoot
1Stichting Nederlands Comité voor de Rechten van de Mens: «ADHD in Nederland: Kinderen verdienen beter; een oproep voor een
gezonde aanpak van de ADHD-epidemie».
XNoot
2Stichting Farmaceutische kengetallen.
XNoot
4Pelsser LM, Frankena K, Toorman J, et al. Effects of a restricted elimination diet on the behaviour of children with attention-deficit
hyperactivity disorder (INCA study): a randomised controlled trial. Lancet 2011; 377: 494–503. www.thelancet.com