Vragen van de leden Ormel (CDA), Voordewind (CU) en Van der Staaij (SGP) aan de minister van Buitenlandse Zaken over de doodstraf opgelegd aan een Afghaanse christen (ingezonden 11 februari 2011).

Vraag 1

Is het bericht waar dat de heer Said Musa, een tot het christendom bekeerde Afghaan, ieder moment ter dood kan worden veroordeeld?1

Vraag 2

Kunt u ook aangeven wat de stand van zaken is betreffende de heer Shoib Assadulah, die eveneens wordt aangeklaagd voor afvalligheid en kennelijk ook terdood kan worden veroordeeld?

Vraag 3

Is de Nederlandse regering bereid zich op alle niveaus in te zetten om uitvoering van een eventuele doodstraf voor afvalligheid te voorkomen?

Vraag 4

Op basis van welke wetgeving kan de doodstraf aan de heer Said Musa worden opgelegd?

Vraag 5

Klopt het bericht dat deze Afghaanse burger alleen door advocaten zal worden bijgestaan als hij zich weer tot de islam bekeert? Op welke manier wordt bevorderd dat de heer Musa de beschikking krijgt over alle hulp die hem op basis van internationale verdragen toekomt?

Vraag 6

Deelt u de mening dat de bescherming van mensenrechten op het gebied van de vrijheid van godsdienst, waaronder ook de vrijheid om zich te bekeren tot een ander godsdienst, een lakmoesproef is voor een betrouwbare Afghaanse overheid, zoals Nederland en haar bondgenoten die nastreeft? Zo ja, op welke manier wordt bevorderd dat bekeerde christenen in de toekomst niet hoeven te vrezen voor hun leven?

Vraag 7

Deelt u de mening dat de training van politiemensen in Kunduz op geen enkele manier mag bijdragen aan een verslechtering van de positie van christenen in Afghanistan? Zo ja, welke afspraken zijn hierover met de Afghaanse overheid gemaakt?


XNoot
1

http://www.heraldsun.com.au/ipad/red-cross-worker-to-be-executed-for-being-a-christian/story-fn6s850w-1226001126790

Naar boven