Vragen van de leden Van der Ham en Schouw (D66) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over onderzoek dat uitwijst dat de uitgangspunten voor het beleid om scholen geen geld te geven voor het wegwerken van achterstanden van allochtone kinderen niet kloppen (ingezonden 25 januari 2011).

Vraag 1

Bent u bekend met het onderzoek «Schoolprestaties van oude en nieuwe gewichtenleerlingen»?1

Vraag 2

Hoe verhouden de uitkomsten van dit onderzoek – namelijk dat etnische afkomst wel degelijk bepalend is voor de achterstand waarmee allochtone kinderen zowel beginnen als eindigen in het basisonderwijs – zich volgens u tot de argumenten van uw voorganger voor het aanpassen van de gewichtenregeling?

Vraag 3

Levert dit onderzoek wat u betreft voldoende bewijs voor het bestaan van een onderscheid tussen de schoolprestaties van allochtone en autochtone leerlingen, ongeacht of hun ouders hoog- of laagopgeleid zijn?

Vraag 4

Is dit onderzoek een reden om af te wijken van het beleid van uw voorganger om geen onderscheid te maken tussen allochtone en autochtone kinderen bij het verdelen van geld voor het wegwerken van achterstanden op school? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Bent u bereid verder onderzoek te doen naar de oorzaken van de achterstanden van allochtone kinderen, ongeacht het opleidingsniveau van hun ouders, wanneer zij aan de basisschool beginnen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Wat is uw reactie op de uitspraak van de PO-raad, dat het aantal achterstandsleerlingen en enkel is teruggelopen door een veranderde definitie en dat daardoor een verdere bezuiniging van 50 miljoen euro op het budget voor deze leerlingen onverstandig is?2


XNoot
1

Jaap Roeleveld (Kohnstamm Instituut, Universiteit van Amsterdam), Schoolprestaties van oude en nieuwe gewichtenleerlingen (2011).

XNoot
2

Trouw, «Etnische komaf toch bepalen voor achterstand op school», 19 januari 2011.

Naar boven