Vragen van de leden Pechtold en Dijkstra (beiden D66) aan de ministers van Buitenlandse Zaken en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over internationale beleidsbeïnvloeding op het gebied van LHBT-emancipatie en LHBT-mensenrechten (ingezonden 24 december 2010).

Vraag 1

Wat is uw reactie op het bericht «VN-stemming overwinning voor homo-organisaties»?1

Vraag 2

Deelt u de mening dat de verwijzing naar «seksuele gerichtheid» in de resolutie mede tot stand is gekomen door werkzaamheden van organisaties die zich specifiek richten op lesbiennes, homo’s, bi’s en transgenders (LHBT)?

Vraag 4

Is het waar dat LHBT-emancipatie en LHBT-mensenrechten momenteel een prioriteit vormen binnen het Nederlandse mensenrechtenbeleid? Zo ja, zal dit zo blijven? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Is het waar dat de ondersteuning die Nederland momenteel biedt aan COC Nederland voor beleidsbeïnvloeding en beleidsinformatie op het gebied van LHBT-emancipatie en LHBT-mensenrechten bij de Verenigde Naties, de OVSE, de Raad van Europa en bij het buitenlands beleid van de Europese Unie op 1 januari 2011 afloopt?

Vraag 6

Bent u voornemens voornoemde ondersteuning voort te zetten of te intensiveren? Wanneer neemt u daarover een definitief besluit?

Vraag 7

Wanneer u voor 1 januari 2011 geen besluit neemt over voornoemde ondersteuning, of besluit de ondersteuning niet voort te zetten, hoe wordt dan voorkomen dat de opgebouwde expertise verloren gaat en/of dat beleidsbeïnvloeding op het gebied van LHBT-emancipatie en LHBT-mensenrechten bij de VN, de OVSE, de Raad van Europa en de Europese Unie – en de informatie uitwisseling daarover met het ministerie van Buitenlandse Zaken – stil komt te liggen?

Vraag 8

Bent u bereid om een overbruggingsregeling te treffen om dit te voorkomen? Bent u bereid met LHBT-veldorganisaties, waaronder het COC, in gesprek te gaan om te zoeken naar een oplossing voor deze kwestie?


XNoot
1

COC Nederland, «VN-stemming overwinning voor homo-organisaties», 21 december 2010.

Naar boven