Vragen van de leden Koppejan en Haverkamp (beiden CDA) aan de staatssecretaris voor Infrastructuur en Milieu en de minister van Volksgezondheid Welzijn en Sport over de milieuvergunning aan Thermphos (ingezonden 18 november 2010). 

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de vergunning die de Zeeuwse GroenLinks-gedeputeerde Wiersma voor de uitstoot van onder meer dioxine heeft verleend aan het bedrijf Thermphos, waarover onder de bevolking grote zorgen bestaan?1 

Vraag 2

Wat is tot nu toe uw betrokkenheid en die van de VROM-Inspectie bij de verlening van deze milieuvergunning geweest?

Vraag 3

Wat is uw bevoegdheid bij het toezicht op de vergunningverlening door de provincie inzake milieuvergunningen zoals die voor Thermphos? Is het waar dat het de verantwoordelijkheid is van de regering om toe te zien op de kwaliteit van de vergunningverlening door provincies?

Zo ja, welke stappen bent u dan van plan te nemen om de provincie Zeeland aan te spreken op het gedoogbeleid van onder meer te hoge dioxine-emissies?

Vraag 4

Bent u bereid erop toe te zien dat er door een onafhankelijk instituut, zoals het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), volledig onderzoek wordt gedaan naar de gezondheids- en milieu-effecten van de emissies van Thermphos, zoals de dorpsraad van Nieuwdorp heeft gevraagd, en de Kamer hierover te informeren?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Van Tongeren (GroenLinks), ingezonden 15 november 2010 (vraagnummer 2010Z16748).


XNoot
1

PZC, «Onderzoek gezondheidseffecten Thermphos», 15 november 2010.

Naar boven