Vragen van de leden
Koppejan
en
Haverkamp
(beiden CDA) aan de staatssecretaris voor Infrastructuur en Milieu en de minister van Volksgezondheid Welzijn en Sport over
de milieuvergunning aan Thermphos (ingezonden 18 november 2010).
Antwoord van staatssecretaris
Atsma
(Infrastructuur en Milieu) (ontvangen 1 december 2010).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de vergunning die de Zeeuwse GroenLinks-gedeputeerde Wiersma voor de uitstoot van onder meer dioxine
heeft verleend aan het bedrijf Thermphos, waarover onder de bevolking grote zorgen bestaan?1
Vraag 2
Wat is tot nu toe uw betrokkenheid en die van de VROM-Inspectie bij de verlening van deze milieuvergunning geweest?
Antwoord 2
Toen begin 2009 duidelijk werd dat de milieu- en veiligheidssituatie bij Thermphos verslechterde heeft de VROM-Inspectie intensief
overleg gevoerd met de provincie Zeeland, zowel op ambtelijk als op bestuurlijk niveau. Er is vervolgens door de provincie
een aanpak ontwikkeld die gericht is op het actualiseren van de milieuvergunning en het verscherpt toezicht op de naleving
van de voorschriften.
De nu in discussie zijnde wijziging van de milieuvergunning is onderdeel van deze aanpak. De wijzigingsvergunning stelt een
duidelijke norm voor dioxinen die er eerst niet was. Op basis van die normen kan de provincie ook handhavend optreden.
Voor wat betreft de normstelling voor de dioxinenemissies verwijs ik naar mijn antwoord op vraag 2 van het lid Van Tongeren
(Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2010–2011, nr. 665)
De provincie heeft verklaard dat ze handhavend zal optreden als afspraken door Thermphos onvoldoende worden nagekomen. De
VROM-Inspectie zal de aanpak op de voet volgen en zo nodig ingrijpen als blijkt dat partijen hun verantwoordelijkheid niet
nemen.
Vraag 3
Wat is uw bevoegdheid bij het toezicht op de vergunningverlening door de provincie inzake milieuvergunningen zoals die voor
Thermphos? Is het waar dat het de verantwoordelijkheid is van de regering om toe te zien op de kwaliteit van de vergunningverlening
door provincies?
Zo ja, welke stappen bent u dan van plan te nemen om de provincie Zeeland aan te spreken op het gedoogbeleid van onder meer
te hoge dioxine-emissies?
Antwoord 3
Het verlenen van milieuvergunningen is gedecentraliseerd en in de situatie van Thermphos is het provinciebestuur primair verantwoordelijk
voor de vergunningverlening. De provincie dient zorg te dragen voor een goede horizontale verantwoording en kwaliteitsborging.
Mijn bevoegdheid bij het toezicht op de vergunningverlening is het interbestuurlijk toezicht op de taakuitvoering, vergunningverlening
en handhaving, door de provincie. De VROM-Inspectie is door mij aangewezen om interbestuurlijk toezicht te houden op de decentrale
uitvoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de Wet milieubeheer door de provincie. Dat wil zeggen dat de VROM-Inspectie
nagaat of de provincie taken verwaarloost, dan wel besluiten neemt die in strijd zijn met het recht of het algemeen belang.
De interbestuurlijk toezichthouder heeft de bevoegdheid om informatie op te vragen, te beoordelen en in geval van taakverwaarlozing
of wanneer besluiten genomen worden in strijd met het recht of algemeen belang, in te grijpen. Ingrijpen gebeurt in de eerste
plaats via bestuurlijk overleg. Wanneer dit geen oplossing biedt kunnen de vervolgstappen bestaan uit het geven van aanwijzingen,
in de plaatstreding of het voordragen van besluiten aan de Kroon voor schorsing en vernietiging van een besluit.
Naast de rol van (interbestuurlijk) toezichthouder heeft de VROM-Inspectie in het vergunningverlening traject bij bepaalde
inrichtingen, waaronder Thermphos een
wettelijke adviesrol. Dat heeft ze ook gedaan bij de nu in discussie zijnde wijziging van de milieuvergunning voor Thermphos.
Vanuit deze verschillende rollen heeft de VROM-Inspectie zich ervan vergewist dat de provincie zich bewust was van haar verantwoordelijkheid.
Ik ga er vanuit dat de partijen zich aan de gemaakte afspraken houden en zal dit op de voet volgen.
Vraag 4
Bent u bereid erop toe te zien dat er door een onafhankelijk instituut, zoals het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
(RIVM), volledig onderzoek wordt gedaan naar de gezondheids- en milieu-effecten van de emissies van Thermphos, zoals de dorpsraad
van Nieuwdorp heeft gevraagd, en de Kamer hierover te informeren?
Antwoord 4
Het RIVM heeft in opdracht van de VROM-Inspectie en de provincie Zeeland diverse onderzoeken uitgevoerd naar de effecten van
de emissies van Thermphos op de gezondheid van omwonenden en het milieu. Er zijn onderzoeken geweest naar de emissie van dioxinen
en naar de gezondheidseffecten van andere stoffen. (zie mijn antwoord op vraag 3 van het lid Van Tongeren).
In de komende periode is het bedrijf verplicht om doorlopend metingen te verrichten om aan te tonen dat aan de tussentijdse
norm wordt voldaan. Tevens worden onder regie van de provincie Zeeland gerichte aanvullende onderzoeken en metingen uitgevoerd.
Op de kwaliteit van de uitvoering van deze onderzoeken zal de VROM-Inspectie toezien.
Er is door Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten toegezegd dat een nader te bepalen gezondheidsonderzoek in overleg met
betrokken gemeenten, RIVM en GGD zal worden uitgevoerd. Vooralsnog zie ik geen reden om zelf aanvullend onderzoek te (laten)
doen.
XNoot
1 PZC, «Onderzoek gezondheidseffecten Thermphos», 15 november 2010.