Vragen van het lid Koppejan (CDA) aan de minister van Infrastructuur en Milieu en de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over dat kostbare landbouwgrond niet moet worden omgezet in natte natuur (ingezonden 19 oktober 2010).

Vraag 1

Is het waar dat het hoofddoel van het samenwerkingsverband Deltanatuur herstel van natuur is?

Vraag 2

Is het waar dat conform de Wet ruimtelijke ordening de Deltanatuurgbieden de functie «natuur» krijgen?

Vraag 3

Is het waar dat recreatie geen hoofddoel en hoofdfunctie is bij Deltanatuur, maar hooguit een secundair voordeel of doel?

Vraag 4

Deelt u de mening dat kostbare landbouwgrond niet omgezet moet worden in natte natuur, dat dat een ongewenste ontwikkeling zou zijn?

Vraag 5

Deelt u de mening dat het ongewenst zou zijn als Deltanatuurgbieden niet op basis van vrijwilligheid van onderop worden aangewezen (bestemmingsplan van gemeente), maar door middel van een inpassingsplan van de provincie?

Vraag 6

Deelt u de mening dat de gronden voor Deltanatuurgebieden die door middel van inpassingsplannen van de provincie worden aangewezen, niet door middel van onteigening verworven moeten worden?

Vraag 7

Deelt u de mening dat er alternatieven zijn die landbouwgrond kunnen sparen waarmee ook voldaan wordt aan de doelstelling van Deltanatuur, bijvoorbeeld het in een natuurlijk proces omzetten van een deel van het Haringvliet (formeel ook natuur) tot getijdenatuur?

Vraag 8

Bent u bereid om contact op te nemen met de betreffende provincie om te voorkomen dat er onomkeerbare stappen worden gezet, dit ook in het kader van het nieuwe regeerakkoord waarin staat dat er geen nieuwe besluiten tot ontpoldering komen en dat bestaande plannen worden heroverwogen?

Vraag 9

Kunt u deze vragen samen met de vragen van mijzelf en het lid Koopmans over plan Zuidoord, ingezonden op 4 augustus, beantwoorden?

Naar boven