Vragen van het lid Spekman (PvdA) aan de minister van Justitie over de pogingen van de Nederlandse Staat om een Angolees gezin uit te zetten (ingezonden 8 oktober 2010).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht «Staat wilde Angolees gezin toch uitzetten»?1

Vraag 2

Is het waar dat er door de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) pogingen zijn ondernomen om dit gezin met minderjarige kinderen toch uit te zetten, ondanks dat het gerechtshof in Den Haag eind juli in een tussenvonnis had geoordeeld dat de kinderen niet op straat mochten gezet in afwachting van het definitieve vonnis, en u zelf heeft aangegeven dat in afwachting van dat vonnis geen gezinnen met minderjarige kinderen meer op straat zouden zetten? In welke mate is er bij die pogingen druk uitgeoefend?

Vraag 3

Vindt u het toelaatbaar dat deze mensen mogelijk uitgezet worden terwijl het gerechtshof nog geen definitief vonnis heeft gegeven?

Vraag 4

Vindt u dat het, mede op grond van aspecten van menselijkheid, niet geoorloofd is om in het kader van een vertrekgesprek kwetsbare mensen onder deze omstandigheden te dreigen met het beëindigen van de verzorging van de kinderen, terwijl zij die in afwachting van definitieve uitspraak juist weer hebben gekregen?


XNoot
1

Nederlands Dagblad, «Staat wilde Angolees gezin toch uitzetten», 6 oktober 2010.

Naar boven