Vragen van het lid Leijten (SP) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de situatie waarin een terminale patiënt geen zorg kreeg (ingezonden 29 september 2010).

Vraag 1

Bent u van mening dat iemand met een urgente vraag goed te woord gestaan moet worden door een zorgkantoor? Zo ja, bent u bereid na te gaan of dit is gebeurd? Zo nee, waarom niet?1

Vraag 2

Is u bekend dat de familie van de terminale patiënt meerdere malen contact heeft gezocht met het zorgkantoor, maar daar geen gehoor kreeg? Hoe luidt uw reactie hierop?

Vraag 3

Deelt u de mening dat het voor een individu ingewikkeld is wie verantwoordelijk is voor het verkrijgen van zorg en dat een zorgkantoor immer zorgvuldig dient om te gaan met signalen van patiënten? Zo ja, bent u bereid de zorgkantoren hierop te wijzen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Verwijzend naar uw antwoord op vraag 3, dat het voor het zorgkantoor onvoldoende duidelijk was dat er urgentie was bij de aanvraag voor overbruggende zorg in natura1, waar wijdt u dit aan?

Vraag 5

Welke klasses waren vermeld op de indicatie en zijn die klasses geen signaal voor het zorgkantoor om te weten dat het om een terminale patiënt gaat? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 6

Is het mogelijk dat op de indicatie geen melding is gemaakt van palliatief terminale zorg? Zo ja, waardoor komt dit?

Vraag 7

Bent u van mening dat het essentieel is dat een vermelding voor palliatief terminale zorg op een indicatie van het uiterste belang is, mede omdat u een uitzondering heeft gemaakt voor deze patiënten in verband met de Persoonsgebonden Budgetstop? Zo ja, bent u bereid het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) te verzoeken hier uiterst zorgvuldig mee om te gaan?23 Zo nee, waarom niet?


XNoot
1

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2010–2011, nr. 1.

XNoot
2

Brief minister over Handhaven subsidieplafond PGB’s, 13 september 2010.

XNoot
3

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2009–2010, nr. 1467.

Naar boven