Vragen van de leden Verhoeven en Koşer Kaya (beiden D66) aan de ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Economische Zaken over asbestslopers (ingezonden 25 augustus 2010).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht dat de nieuwe strengere eisen van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid honderden sloop- en verwijderingsbedrijven de kop dreigen te kosten?1

Vraag 2

Is het waar dat het invoeren van de regels niet mogelijk is als de branche, bij monde van haar brancheorganisaties, hier geen fiat op geeft?

Vraag 3

In hoeverre heeft u rekening gehouden met de eisen zoals die door de branche zijn opgevoerd, waaronder het ontbreken van administratieoverdaad, een redelijk boeteniveau, geen eenzijdige bedrijfssluiting van bovenaf en een redelijke invoertermijn?

Vraag 4

Welke concrete handelingen zult u verrichten om ervoor te zorgen dat het asbestwerk voortaan altijd met vergunning kan verlopen?

Vraag 5

Hoe zult u waarborgen dat de nieuwe regelgeving enerzijds zorgt voor betere gezondheid voor de werknemers, een aanvaardbaar blootstellingrisico en een beter zicht op de afvalstromen, zonder anderzijds tot gevolg te hebben dat veel kleine zelfstandige bedrijven niet kunnen overleven, waardoor negatieve gevolgen voor optimale concurrentie en een optimale prijs-kwaliteitverhouding kunnen optreden?

Vraag 6

Wat gaat u doen om de branche weer aan tafel te krijgen om in goed overleg te komen tot in alle opzichten aanvaardbare en werkbare nieuwe regelgeving op het gebied van asbestsanering?

Vraag 7

Onderschrijft u de stelling dat regels in algemeen niet mogen leiden tot een scheefgetrokken speelveld waarin bedrijven met dezelfde kwaliteit, maar met een kleinere omvang een minder kansrijke marktpositie krijgen?


XNoot
1

Trouw, 24 augustus 2010: «Asbestslopers failliet door nieuwe regels»

Naar boven